Krachtige Leeromgeving

LEREN EN LEERTHEORIEËN - BEHAVIORISME

 

Hoorcollege 4 - Campus Etterbeek 
  1. Wat is leren
  2. Leertheorieën
    • Behaviorisme
    • Cognitivisme
    • Constructivisme

Opbouw van deze les

  • Algemene kenmerken van leren in rekening brengen bij het ontwerpen van een les(senreeks)

  • De mogelijkheden en de beperkingen van onderwijsstrategieën die aansluiten bij verschillende leertheorieën beoordelen op hun bijdrage tot een krachtige leeromgeving

  • De onderwijsstrategieën (directie instructie, oefen-herhaal strategie, stimuli en bekrachtiging, ...) juist kiezen, toepassen en verantwoorden i.f.v. de doelstellingen (soorten kennis) die worden beoogd.

Doelen van deze les

5. LEREN EN LEERTHEORIEËN

5.1 Wat is leren?

Situering

(Engels, N.)

Welke strategieën zijn gepast om een les didactisch op te bouwen 

 

Hoe verloopt leren?

Leertheorieën!

Leren ze allemaal? 

Nour kan goed Frans want haar mama is Franstalig

Karel kan zinnen ontleden

Lien kan breuken vereenvoudigen

Amir leert dribbelen op school en speelt daarna basketbal tijdens de pauze

Sarah weet dat je je kan branden aan een kookplaat

Rayan kan oorzaak-gevolg modellen construeren op basis van een geschiedkundig verslag

Lotte begint enkel aan een taak wanneer ze weet dat ze die tot een goed einde kan brengen

Allemaal hebben ze geleerd

Maar wat is leren?

Nour kan goed Frans want haar mama is Franstalig

Karel kan zinnen ontleden

Lien kan breuken vereenvoudigen

Amir leert dribbelen op school en speelt daarna basketbal tijdens de pauze

Sarah weet dat je je kan branden aan een kookplaat

Rayan kan oorzaak-gevolg modellen construeren op basis van een geschiedkundig verslag

Lotte begint enkel aan een taak wanneer ze weet dat ze die tot een goed einde kan brengen

Definitie

Leren is een proces

waarbij bepaalde ervaringen

een relatief duurzame verandering

in iemands kennis, gedrag of gedragsdisposities, vaardigheden, waarden of voorkeuren teweegbrengen

(gebaseerd op Gross, 2012)

Kenmerken van leren 

  1. Intentioneel of indicenteel
  2. Ten goed of ten kwade
  3. Actief
  4. Cumulatief
  5. Individueel verschillend

Het sociaal constructivisme voegt toe:

  • Constructief
  • Zelfgestuurd
  • Gesitueerd of contextgebonden
  • Coöperatief

(De Corte, 1996; Lowyck & Verloop, 1995)

Intentioneel of incidenteel?

Nour kan goed Frans want haar mama is Franstalig

Karel kan zinnen ontleden

Lien kan breuken vereenvoudigen

Amir leert dribbelen op school en speelt daarna basketbal tijdens de pauze

Sarah weet dat je je kan branden aan een kookplaat

Rayan kan oorzaak-gevolg modellen construeren op basis van een geschiedkundig verslag

Lotte begint enkel aan een taak wanneer ze weet dat ze die tot een goed einde kan brengen

Intentioneel of incidenteel

Dat Sarah weet dat je je kan branden aan een kookplaat is deels omdat ze haar vingers brandde, het resultaat van een incidenteel proces.


Dat Karel leerde zinnen ontleden was het resultaat van een intentioneel leerproces.
 

Leren op school is vaak intentioneel, m.n. het gevolg van een bewuste, doelgerichte activiteit

Leren gebeurt ook moeiteloos, als gevolg van ervaringen, opgedaan in een bepaalde situatie

(Biesta​ et al., 2009)

Ten goed of ten kwade?

Nour kan goed Frans want haar mama is Franstalig

Karel kan zinnen ontleden

Lien kan breuken vereenvoudigen

Amir leert dribbelen op school en speelt daarna basketbal tijdens de pauze

Sarah weet dat je je kan branden aan een kookplaat

Rayan kan oorzaak-gevolg modellen construeren op basis van een geschiedkundig verslag

Lotte begint enkel aan een taak wanneer ze weet dat ze die tot een goed einde kan brengen

Ten goed of ten kwade

Als een leerkracht vooral fouten benadrukt en zelden erkenning geeft voor inzet of vooruitgang, kan een Lotte leren dat fouten maken iets is om te vermijden. Ze begint taken uit te stellen of kiest enkel opdrachten waarvan ze zeker is dat ze zal slagen.

Dat Rayan oorzaak-gevolg modellen kan construeren op basis van een geschiedkundig verslag draagt bij aan de vooropgestelde doelen.

Het komt voor dat faalangst, negatieve verwachtingen ten aanzien van eigen bekwaamheden of een agressieve manier van omgaan met elkaar (ongewild) worden aangeleerd op school.  

>> Neveneffecten vermijden

Actief?

Nour kan goed Frans want haar mama is Franstalig

Karel kan zinnen ontleden

Lien kan breuken vereenvoudigen

Amir leert dribbelen op school en speelt daarna basketbal tijdens de pauze

Sarah weet dat je je kan branden aan een kookplaat

Rayan kan oorzaak-gevolg modellen construeren op basis van een geschiedkundig verslag

Lotte begint enkel aan een taak wanneer ze weet dat ze die tot een goed einde kan brengen

Actief

De leerkracht LO laat de klas in kleine groepjes dribbeloefeningen uitvoeren, waarbij ze voortdurend feedback krijgen en hun techniek bijsturen. Doordat ze actief bezig zijn met de beweging en meteen ervaren wat werkt en wat niet, leren ze sneller. Daarna speelt Amir basketbal met zijn vrienden tijdens de pauze, waardoor hij heel behendig wordt. 

Hoe meer actieve leertijd, hoe beter het leerresultaat.

>> Leerlingen doelgericht met de leerstof in contact brengen en leerinhouden (inter)actief  bewerken

Cumulatief?

Nour kan goed Frans want haar mama is Franstalig

Karel kan zinnen ontleden

Lien kan breuken vereenvoudigen

Amir leert dribbelen op school en speelt daarna basketbal tijdens de pauze

Sarah weet dat je je kan branden aan een kookplaat

Rayan kan oorzaak-gevolg modellen construeren op basis van een geschiedkundig verslag

Lotte begint enkel aan een taak wanneer ze weet dat ze die tot een goed einde kan brengen

Cumulatief

Lien kan vlot breuken vereenvoudigen omdat ze haar maaltafels goed geautomatiseerd heeft.

Wie leert bouwt voort op wat hij of zij al weet en kan.

>> Voor nieuwe kennis moet aanknoping worden gezocht bij voorkennis

Individueel verschillend?

Nour kan goed Frans want haar mama is Franstalig

Karel kan zinnen ontleden

Lien kan breuken vereenvoudigen

Amir leert dribbelen op school en speelt daarna basketbal tijdens de pauze

Sarah weet dat je je kan branden aan een kookplaat

Rayan kan oorzaak-gevolg modellen construeren op basis van een geschiedkundig verslag

Lotte begint enkel aan een taak wanneer ze weet dat ze die tot een goed einde kan brengen

Individueel verschillend

Nour leert sneller Frans dan haar klasgenoten, omdat haar mama Franstalig is en ze thuis vaak Frans hoort en spreekt.

Omdat het complex van voorkennis en ervaringen voor ieder individu uniek is, is het verwerken van nieuwe inhouden een individueel proces en is de betekenisgeving door iedere leerling eveneens uniek.

>> Ruimte voor differentiatie

Constructief (sociaal constructivisme)

Kennis ontwikkel je door informatie en ervaringen te interpreteren, te bewerken, in te passen in en/of aan te passen aan de eigen bestaande kennis

>> Laat voorkennis en interpretaties expliciteren

>> Kennis 'overdragen' kan dus niet zomaar

! Fouten of lacunes in bestaande kennis = mogelijke bron voor misconcepties

Zelfgestuurd (sociaal constructivisme)

>> Leerlingen leren (mee) verantwoordelijkheid te dragen voor verschillende leerfuncties

Leerlingen nemen hun eigen leerprocessen in handen nemen, beheren en evalueren. 

Gesitueerd (sociaal constructivisme)

>> Kenmerken van informeel leren opnemen in de formele leeromgeving, vb. link met concrete situaties, authentiek probleemoplossen etc.

Leren gebeurt in welbepaalde situaties en in sociale en culturele contexten. Wat geleerd wordt is verbonden met die situaties en contexten en hoe die inhoud in die situaties en contexten wordt gebruikt (situated cognition by Lev Vygotsky).

Coöperatief (sociaal constructivisme)

>> Goepsdoelen met individuele verantwoordelijkheden

Betekenisgeving gebeurt in belangrijke mate in interactie met anderen.  Door interpretaties te confronteren met die van anderen - die andere voorkennis en associaties hebben - worden ze afgestemd en mogelijk verrijkt.

Opdracht

  1. Intentioneel of indicenteel

  2. Ten goed of ten kwade

  3. Actief

  4. Cumulatief

  5. Individueel verschillend

  6. Constructief

  7. Zelfgestuurd

  8. Gesitueerd

  9. Coöperatief

Bekijk het filmpje.

Bespreek in groep op welke kenmerken van leren deze leraren inspelen? (5 min.)

Rapporteer plenair.

5.2 Leertheorieën

Inzetbaarheid

  • Behaviorisme
  • Cognitivisme
  • Constructivisme

Inzetbaar afhankelijk van de beoogde doelen

Inzetbaarheid

Inzetbaarheid

5.2.1 Behaviorisme

(theorie)

https://padlet.com/lerarenopleiding/behaviorisme

Opdracht

Surf naar de padlet en noteer wat je weet over behaviorisme:

Wat is behaviorisme?

  • Behaviorisme > behavior > gedrag
  • Studie van 'objectief waar te nemen' gedrag
  • Gecontroleerde labo-experimenten > vaak met dieren
  • Later volgt reactie vanuit psychologisch onderzoek (introspectie, bewustzijn)

Wat is behaviorisme?

  • Van waarneembare tussenkomsten naar waarneembare effecten

 

 

  • Twee grote benaderingen: klassieke en operante conditionering

waarneembare input

black box

waarneembare output

Meer weten?

Klassieke conditionering

Ivan Pavlov (1849-1936)

Klassieke conditionering

John Watson (1878 - 1958)

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Little Albert experiment: gegeneraliseerde angstreflex
  • Vader van gedragspsychologie

Operante conditionering

Burrhus Skinner

Psychologisch onderzoek:

  • Watson (1874-1959)
  • Skinner (1904-1990)

Edward Thorndike

Operante conditionering

Gevolgen van gedrag

"Shapen":

 

Gedrag stap voor stap duren naar gewenst eindgedrag door gewenste gedragingen te belonen 

 

Operante conditionering

Gevolgen van gedrag

Drie basiswetten om gedrag te bevorderen (Thorndike):

 

1. Wet van het effect

      > effect van de respons (beloning) bepaalt sterkte S-R verbinding

2. Wet readiness

      > met juiste voorervaring, sneller S-R verbindingen        

3. Wet van de herhaling/oefening

      > hoe meer een S-R verbinding met succes (gewenst resultaat) wordt
          geoefend, hoe sterker

Operante conditionering

Gevolgen van gedrag

Planning van bekrachtiging (Skinner):

 

> Beloning (materieel, prijzen, voldoening, ...) van positief gedrag  
    versterkt positief gedrag

> Bestraffen van ongewenst gedrag leidt niet tot versterking
    gewenst gedrag, wel ongewenste leereffecten 

    (angstreacties, vermijden leersituatie)

Sterk geloof in de maakbaarheid van de mens

"Give me a child and I'll shape him into anything" (Skinner)

Voorbeeld 

Voorbeeld 

5.2.1 Behaviorisme

(in de klaspraktijk)

Opdracht

Brainstorm

Hoe vertaal je behavioristische principes naar het onderwijs?

(Steunpunt Leren en diversiteit - DIVA; www.klasse.be)

Behavioristische onderwijsaanpak

  • Leerkrachtgestuurd
  • Stapsgewijs naar het gewenst eindgedrag:

       Kleine units van (interactieve) uitleg of ‘voordoen’ gevolgd door
          > inoefenen
          > testen
          > feedback

  • Individualisering van tempo
  • Expliciete doelen – accent op gedragsleren
  • Externe beloning
  • Veel aandacht voor feedback
  • Klasmanagement en gedragsmodificatie (straffen en belonen)
  • Stap voor stap (herhaling) naar mastery learning
  • Zelfstandig oefenen op niveau met geautomatiseerde feedback
  • Operationele leerdoelen
  • Vraagvaardigheden bij onderwijsleergesprek
  • Directe instructie

Behavioristische onderwijsaanpak

  • Pauzeren om aan te moedigen na te denken
  • Reageren op onjuiste antwoorden
  • Activeren, ook van leerlingen die minder spreken
  • Doorspelen van vragen
  • Doorvragen via tussenstappen
  • Te vermijden: eigen vragen herhalen, eigen vragen beantwoorden, antwoorden van de leerlingen herhalen

Goed antwoordgedrag uitlokken en bekrachtigen

Operante conditionering

Vraagvaardigheden - onderwijsleergesprek

Directe instructie

Opdracht

Uitvergroot voorbeeld van directe instructie. Denk even alle 'whole brain'-extra's weg en kijk naar de opbouw van de les. Welke typisch behavioristische kenmerken herken je?

Directe instructie

1. Voorbereiden

  • Terugblik
  • Voorkennis activeren
  • Aandacht richten op lesonderwerp
  • Doel aangeven

2. Meerdere korte loops

  • Instructie
  • Controle
  • Begeleide toepassing
  • Zelfstandige toepassing & feedback (differentiatie)

3. Terugblik

>50% instructie lk-lln
• Kleine groepjes
• Kleine leerstof-units
• Intro: kapstokken en voorkennis oproepen
• Stap voor stap van subtopic naar subtopic
• Voortdurende testing en feedback

Directe instructie

Activerende directe instructie (ADI)-model voor differentiatie

Opdracht

Discussie

Voor welke doelen/ leerinhouden zijn de behavioristische methoden geschikt?

  • Basisvaardigheden (doen, nadoen, toepassen, trainen)
  • Verwerven en inoefenen van vastliggende algoritmen
  • Algemeen: wat moet 'ingeslepen' worden

Directe instructie blijkt, op grond van meta-analyse van experimentele studies, een hoge effectiviteit te hebben voor alle doelgroepen.

Behavioristische aanpak, gepast voor....

Kritiek op het behaviorisme

 

  • Mechanistisch (S-R): is dit manipulatie?
  • Objectivistische visie op kennis: programmeerbaar en meetbaar
  • Geen cognitieve activiteit van hogere orde
    (creatie, zelf produceren, denken, taal...)
  • Sterke afhankelijkheid van de leerkracht – geen zelfsturing
  • Nauwelijks aandacht voor intrinsieke motivatie

Kritiek op het behaviorisme

EXIT

 

Kahoot

  • Stimulus en respons: de leerling krijgt een vraag (stimulus) en kiest een antwoord (respons).
  • Daarna onmiddellijke feedback: groen voor juist, rood voor fout.
  • Positieve bekrachtiging: punten of applausgeluiden als bekrachtiging, bedoeld om gewenst gedrag — juist antwoorden — te versterken.
  • Herhaling en oefening: door te oefenen worden kennis en reacties ingeoefend en geautomatiseerd.

Kahoot

Krachtige leeromgeving (Hoorcollege 4, SEM 1, 2025-2026)

By idlovub

Krachtige leeromgeving (Hoorcollege 4, SEM 1, 2025-2026)

Krachtige leeromgeving (Hoorcollege 4, SEM 1, 2025-2026) - Ariadne Warmoes

  • 1