Werkcollege 2 - Pedagogiek en Didactiek 

2324 Krachtige Leeromgeving

Yves Blieck, & Sarah Van der Aa

Sarah Van der Aa & Tim De Smet

Inge Placklé

Lesverloop


  1. Leertheorieën
    • Voorbereidende opdracht
    • Presentatie
  2. Werkmoment oefenminiles
  3. Toelichting reflectiesessie (ROH) +/- 5minuten
  4. Mededelingen
  5. Reflectiesessie (ROH)

18u00

20u15

20u30

18u15

19u15

19u30

20u00

https://idlovub.slides.com/idlovub/yves_2

1. Leren en leertheorieën

1.1 Wat is leren? (10')

Padlet: https://padlet.com/lerarenopleiding/fp0tkeh96dsxncq2

Wat is leren?

Opdracht: Activeren van onze voorkennis

"Leren is een proces waarbij bepaalde ervaringen een relatief duurzame verandering in iemands gedrag of gedragsdisposities teweegbrengen."

Definitie van leren

"Leren is een proces waarbij bepaalde ervaringen een relatief duurzame verandering in iemands gedrag of gedragsdisposities teweegbrengen."

Definitie van leren

Activiteit/ervaring

Proces

Verandering in gedragsmogelijkheden

  • Intentioneel (bedoeld) >< incidenteel (als neveneffect)
  • Natuurlijke omgeving (bv. taal in dialoog) >< onnatuurlijke omgeving (bv. woordjes leren)
  • Ten goede (bv. leergenot) >< ten kwade (bv. faalangst)
  • Duurzame verandering (= stabiele gedragsverandering)
  • Actief proces (= leeractiviteiten)
  • Constructief proces (= gebaseerd op voorkennis)
  • Cumulatief proces (= voorkennis als dynamisch begrip)

Kenmerken van leren

Drie leertheorieën

1.2 Behaviorisme (25')

Behaviorisme - de theorie (15')

Je werkt individueel aan het leerpad "behaviorisme".

Welke zaken hebben jou tot leren gebracht?

Behaviorisme - de theorie - consolidatie

Welke zaken hebben jou tot leren gebracht?

  • Leerpad met opeenvolgende stappen (= weinig zelfsturing)
  • Opeenvolgende stappen éénduidig en realiseerbaar
  • Individueel = eigen tempo
  • Positieve bekrachtiging van de onderwijsleerbegeleider

Behaviorisme - de theorie - consolidatie

Praktijkvoorbeelden

  • Wet van de oefening (herhaling werkt)
  • Positieve (onmiddellijke) bekrachtiging (effect size voor feedback = 0.73)
  • Directe instructie voor sommige leerinhouden (effect size = 0.6)
  • Vraagvaardigheden (pauzeren, doorvragen, antwoorden niét papegaaien, eigen vragen niet herhalen of beantwoorden...)
  • Aansluiting bij voorkennis

Kapstokken van behaviorisme

  • Mechanistische visie op leren
  • Wat met leerdoelen die niet programmeerbaar en/of meetbaar zijn?
  • Leerproces = leerkrachtgestuurd (afhankelijkheidsrelatie leerkracht en leerling leidt niet tot zelfsturing en creatief vermogen van leerlingen)
  • Externe beloning neemt een belangrijke plaats in (= extrinsieke motivatie)

Kritiek op behaviorisme

1.2 Cognitivisme (25')

 Experiment

- Vier groepjes.

- Je krijgt per groep een papier met een getal of enkele woorden op de achterzijde.

- Wacht op het teken en draai dan het papier om.

- Je hebt nu 30 seconden.

- Memoriseer wat je ziet (een getal of woorden).

- Let op! je mag niet schrijven.

30''

 Opdracht 

π

3,141592653589793238462643

30''

 Opdracht 

π

3,14 15 92 65 35 89 79 32 38 46 26 43

30''

 Opdracht 

zeep       

steen      

kikker     

banjo

30''

konijn      

piano      

hond     

staal

gitaar      

ijzer      

douchezeep

kip

hout       

tandpasta      

trompet    

shampoo

 Opdracht 

kikker      

konijn      

kip     

hond

30''

banjo

piano     

gitaar     

trompet

hout      

steen      

ijzer

staal

zeep       

douchezeep  

tandpasta    

shampoo

Impro

Impro

Text

Text

LEERFUNCTIES

  • Welke leerfuncties gebruiken we om info op te nemen?
  • Welke cognitieve strategieën kunnen daarbij ondersteunen?

Leerfuncties

Hoe kan je de leerfuncties koppelen aan het informatieverwerkingsmodel?

1. Aandacht richten op

2. Decoderen en betekenis geven

3. Vasthouden en integreren

4. Lokaliseren en activeren

5. Kennis wendbaar gebruiken

1

2

5

4

3

2

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Je krijgt per twee enkele cognitieve strategieën.
  • Bedenk een concreet voorbeeld waarbinnen je als leraar deze strategie aan bod kan laten komen (Welk vak? Welk onderwerp?).
  • Aan welke leerfunctie kan je de strategie koppelen?
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Gevarieerde herhaling

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Aanschouwelijk maken

Gevarieerde herhaling

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Toepassen

van de leerstof

Gevarieerde herhaling

Aanschouwelijk maken

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Toepassen

van de leerstof

Gevarieerde herhaling

Aanschouwelijk maken

Nieuwsgierig- heid prikkelen

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Toepassen

van de leerstof

Gevarieerde herhaling

Aanschouwelijk maken

Nieuwsgierig- heid prikkelen

Verbanden

leggen

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Toepassen

van de leerstof

Gevarieerde herhaling

Aanschouwelijk maken

Nieuwsgierig- heid prikkelen

Verbanden

leggen

Oriënteren op doelen

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Toepassen

van de leerstof

Gevarieerde herhaling

Aanschouwelijk maken

Nieuwsgierig- heid prikkelen

Verbanden

leggen

Oriënteren op doelen

Structureren van de leerstof

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Toepassen

van de leerstof

Gevarieerde herhaling

Aanschouwelijk maken

Nieuwsgierig- heid prikkelen

Verbanden

leggen

Oriënteren op doelen

Structureren van de leerstof

Ervaringen oproepen /
creëren

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Toepassen

van de leerstof

Gevarieerde herhaling

Aanschouwelijk maken

Nieuwsgierig- heid prikkelen

Verbanden

leggen

Oriënteren op doelen

Structureren van de leerstof

Ervaringen oproepen / creëren

Structuur bieden

Afspraken maken

Cognitieve strategieën

Aan de leerfuncties zijn cognitieve strategieën gekoppeld.

  • Vul de leerfuncties aan.
  • Plaats de cognitieve strategie in de juiste kolom.
Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Toepassen

van de leerstof

Gevarieerde herhaling

Aanschouwelijk maken

Nieuwsgierig- heid prikkelen

Verbanden

leggen

Oriënteren op doelen

Structureren van de leerstof

Ervaringen oproepen / creëren

Structuur bieden

Afspraken maken

Transfer d.m.v. problem solving

Cognitieve strategieën

Aandacht richten Decoderen en betekenis geven Vasthouden en integreren Lokaliseren en activeren Kennis wendbaar gebruiken


 


 


 

Voorkennis aanspreken

Toepassen

van de leerstof

Gevarieerde herhaling

Aanschouwelijk maken

Nieuwsgierig- heid prikkelen

Verbanden

leggen

Oriënteren op doelen

Structureren van de leerstof

Ervaringen oproepen / creëren

Structuur bieden

Afspraken maken

Transfer d.m.v. problem solving

LEERSTRATEGIEËN

  • Welke leerstrategieën kunnen we aanwenden?
  • Voor welke soorten kennis?

Declaratieve kennis

Welke leerstrategie je onderneemt, is afhankelijk van de soort kennis die de leerling zich moet eigen maken.

Procedurele kennis

Attitudes

  • Inprenten of memoriseren
  • Elaboreren
  • Organiseren
  • Cognitieve component
  • Sociaal-affectieve component
  • Gedragscomponent
  • Inspelen op deze drie
  • Handelingssequentie
  • patroonherkenning

1.2 Sociaal constructivisme (25')

Denk aan vier identiteiten waarvoor je staat.

Schrijf ze elk op een apart papiertje.

Je hoeft de identiteiten niet te delen.

Het spijt me... Je moet één identiteit wegdoen. Verfrommel ze en gooi ze in de prullenbak.

Hoe kwam het bij jou over om telkens een identiteit te moeten afgeven?

Hoe zou jij je voelen als je werd aangesproken op slechts één identiteit?

Wat haal je uit de oefening als toekomstig leerkracht met betrekking tot de identiteit van je latere leerlingen?

Wat leert ons dat op het vlak van het omgaan met diversiteit?

Enkele voorbeelden ...

Een tweede voorbeeld

Een een laatste voorbeeld

 

 

 

 

 

Zie je een koppeling met de kenmerken van een krachtige leeromgeving?

Figuur: Krachtige leeromgevingen in het beroepsonderwijs (Placklé, Engels, Könings, Struyven, Libotton en van Merriënboer, 2014)

 

Model voor krachtige leeromgevingen (in het beroepsonderwijs)

 

Krachtige leeromgevingen zijn situaties en contexten die bij de leerlingen de vereiste leerprocessen en motivatie kunnen uitlokken en op gang houden om de beoogde leerresultaten te bereiken (De Corte, Verschaffel, Entwistle, & van Merriënboer, 2003) 

 

Bovenstaand model visualiseert de kenmerken van een krachtige leeromgeving steeds met het oog op optimaliseren van het leren van elke leerling. De leerling, met zijn identiteit, staat in het midden van de figuur en is diegene waarop de leeromgeving wordt afgestemd.

Bij het uittekenen van de leeromgeving staan authentieke en uitdagende leertaken centraal, ligt er een klemtoon op 21e eeuw vaardigheden, met name zelfsturing, problemen oplossen en werken in team en is er ruime aandacht voor passende leerzorg, onder de vorm van evalueren om te leren, differentiatie en coaching. Het geheel is ingebed in een positieve en veilige gemeenschap.

 

 

Uitgangspunten constructivisme

  • Kennis kan niet worden overgedragen. Ervaringen en reflectie daarop zijn de basis voor leren.
  • Kennis is contextgebonden, gesitueerd in de omgeving waar het wordt geleerd. (Transferprobleem: belang van aandacht voor transfer)
  • Kennis ontwikkelt zich en verandert. Dit gebeurt door het uitwisselen van perspectieven. (Samenwerkend leren centraal in sociaal constructivisme)
  • In authentieke leeromgevingen ervaren leerlingen het leren als meer zinvol.
  • Rol leraar: ontwerper leeromgevingen - coach aan de zijlijn
  • Eigen activiteit en zelfregulering van de leerlingen is belangrijk ('leren leren')

Twee belangrijke grondleggers van constructivisme:

 

- Piaget: basis voor cognitief (individueel) constructivisme

 

- Vygotsky: handelingspsychologie - basis voor sociaal constructivisme

Piaget

 

Cognitieve structuren worden over de tijd heen verfijnd door processen van adaptatie

 

  • assimilatie: nieuwe ervaringen worden geïntegreerd in bestaande kennis
  • accommodatie: bestaande kennis wordt aangepast om beter aan te sluiten bij nieuwe informatie

 

 

Lev Vygotsky

Kennis verwerft men in sociale interactie

 

  • Interiorisatie: Men beleeft iets in de sociale omgang met anderen en dat word intrapsychisch verwerkt.
  • Door omgang binnen een bepaalde culturele context ontwikkelt men 'psychologische tools'
    • Voorbeelden: taal, spraak, gebaren, typische symbolen, notatiesystemen (muziek, scheikunde, fysica, getallen, ...), regels en afspraken)

Belangrijk concept:

Zone van naaste ontwikkeling

"...     de afstand tussen het actuele ontwikkelingsniveau, waarbij de lerende zelfstandig problemen kan oplossen en het potentiële niveau waardoor het problemen kan oplossen met hulp van andere kinderen en/of een volwassene.

Vygotsky beveelt aan om te werken in de zone van naaste ontwikkeling.

 

=> sociale contexten voorzien waarin lerenden samen met anderen uitdagingen aanpakken

misverstanden over sociaal-constructivisme

  • Leraren mogen geen uitleg meer geven
  • Leerlingen moeten alles zelf uitzoeken
  • Zelf ervaren en ontdekken is gepast voor alle soorten kennis
  • Studenten bepalen zelf wat ze willen leren
  • Kennis is minder belangrijk dan weten hoe je kennis moet vinden en minder belangrijk dan vaardigheden

Toepassing

Kan je voor jouw vakgebied een authentieke leercontext (bv. een probleem of project) bedenken waarbinnen de leerlingen zelf aan de slag gaan en waarbinnen de leerinhouden en vaardigheden geen doel zijn maar een middel?

1.1 Voorbereidende opdracht

Expertgroepen

AANPASSEN

Werkvorm?

placematmethode

Fase 1: Individuele fase

Dat is de voorbereiding die je maakte.

Aan de slag in homogene groepen

Fase 2: Overlegfase (15 min)

Moment van overleg met groepsgenoten. Bespreek jullie voorbereiding en integreer die in een gezamenlijke presentatie.

Fase 3: Spiekfase (15 min)

Neem modules (online) e.a. materialen erbij om jullie presentatie te vervolledigen, verfijnen.

Het is jullie taak om ervoor te zorgen dat je presentatie volledig is en dat iedereen van je groepje  er een presentatie mee kan geven.

Aan de slag in heterogene groepen

Fase 4: Presenteer

 

  1. 'Behavioristen, Cognitivisten, Constructivisten' gaan naar een afzonderlijk lokaal
  2. ...
  3. ...

Aan de slag

Maak een presentatie 

Behavioristen

Cognitivisten

Lokaal 1

Lokaal 2 

Lokaal 3

Constructivisten

  1. 'Behavioristen, Cognitivisten, Constructivisten' gaan naar een afzonderlijk lokaal
  2. Maak in dat lokaal (per 3) een presentatie over jullie leertheorie (30 min)
  3. ...

Aan de slag - homogene groepen

Maak een presentatie 

Lokaal 1

Lokaal 2 

Lokaal 3

Wat moet er (minstens) in de presentatie?

  • Wie: wie zijn de grondleggers?
  • Wat: wat houdt de theorie in?
  • Wanneer: Voor welk soort domeinen/taxonomische niveaus kan je de theorie (het best) toepassen?
  • Hoe: hoe pas je hem toe?
  1. 'Behavioristen, Cognitivisten, Constructivisten' gaan naar een afzonderlijk lokaal
  2. Maak in dat lokaal (per 3) een presentatie over jullie leertheorie (30 min)
  3. Herverdeel jullie over de lokalen en presenteer je leertheorie aan groepsleden (15 min)

Maak een presentatie 

Lokaal 1

Lokaal 2 

Lokaal 3

Aan de slag - heterogene groepen

Vroeger klaar?

Bij welke leertheorie leunt deze werkvorm aan?

1.2 Presentatie

+/-19.15u

Link naar extra scaffold

https://idlovub.slides.com/idlovub/yves_2/edit

https://idlovub.slides.com/idlovub/yves_2

1.3 Quiz (zelfstandig)

Optioneel

Casus 1: ezelsbruggetjes

Op de site "https://www.ezelsbruggetje.nl/" vind je per vak allerhande ezelsbruggetjes om leerstof te onthouden.

Gaat het om behaviorisme, cognitivisme of constructivisme?

Casus 2: directe instructie leesonderwijs

Gaat het om behaviorisme, cognitivisme of constructivisme?

Casus 3: brainstorm aan het begin van de les

"Aan het begin van elke les laat leraar Ridwan zijn leerlingen een brainstorm oefening maken over het concept waarmee ze die les aan de slag gaan. Zo wil hij de voorkennis van de leerlingen activeren."

Gaat het om behaviorisme, cognitivisme of constructivisme?

Casus 4: mini onderneming opstarten

Gaat het om behaviorisme, cognitivisme of constructivisme?

Casus 5: belongingskaart met stickers

Gaat het om behaviorisme, cognitivisme of constructivisme?

Casus 6: strategiekaart begrijpend lezen

Gaat het om behaviorisme, cognitivisme of constructivisme?

Casus 7: boekjes per leesniveau (leerlingen worden in niveaus ingedeeld)

Gaat het om behaviorisme, cognitivisme of constructivisme?

Casus 8: Maastricht University - PGO

Gaat het om behaviorisme, cognitivisme of constructivisme?

Antwoorden

  • Casus 1 ezelsbruggetje: cognitivisme
  • Casus 2 directe instructie: behaviorisme 
  • Casus 3 brainstorm: cognitivisme
  • Caus 4 mini onderneming: constructivisme
  • Casus 5 beloningskaart: behaviorisme
  • Casus 6 strategiekaart: cognitivisme
  • Casus 7 leesniveaus: behaviorisme 
  • Casus 8 PGO: constructivisme


2. Werkmoment oefenminiles

vanaf +/- 19.30u

Werkmoment oefenminiles

  1. Verplaats je in het groepje van vorige les (per vakdidactiek) naar het lokaal waar je vorige les aan de slag was.
  2. Ontwerp je miniles verder - houd rekening met de theorie rond leertheorieën.

Werk verder aan je miniles (30 min)

Stap 1 (vorige sessie)

  • Kies je leerplandoelstelling.
  • Formuleer o.b.v. de leerplandoelstelling(en) leerdoelen.
    • houd rekening met de niveau's van Bloom (gedragsniveaus)
    • houd rekening met de domeinen
  1. Cognitieve ontwikkeling (denkactiviteiten)
  2. Affectieve ontwikkeling (waardegebonden vaardigheden)
  3. Psychomotorische ontwikkeling (fijne motoriek, zintuiglijke en fysieke vaardigheden)
  4. Meta-cognitieve ontwikkeling (denken over het eigen denken)

Stap 2 (vorige sessie)

  • Formuleer lesdoelen (die congruent zijn met het leerplandoel) die nodig zijn om het leerplandoel te realiseren.
  • Hou rekening met constructive alignment!

leer-

activiteiten

evaluatie

leerdoelen

leerdoelen

leer-

activiteiten

evaluatie

Vereist je leerplandoel een lesopbouw (en leeractiviteiten) die (vooral) behavioristisch, cognitivistisch of constructivistisch is (zijn)? Of een combinatie?

Bereid een pitch voor (max 5 min)

Hoe ziet jullie miniles er op dit moment uit?

(focus op welke leertheorie en aan welke soort leeractiveiten denk je)

Met welke uitdagingen zitten jullie?

15 minuten pauze

3. Mededelingen

20u15

Canvas: voorbereidende opdracht les 3

lezen & verwerken van tussentitel(s) evaluatie

Leraren veranderen levens


4. Reflectiesessie (ROH)

1. Op het programma

  • Tijdens een video-gestimuleerde reflectie (VSR) de complexiteit van de klaspraktijk en interactie leerkracht en leerling diepgaand analyseren.
  • Op een systematische manier volgens het kader van GRROW-coaching komen tot gefundeerde aanpak voor de eigen lespraktijk.
  • Een constructieve bijdrage leveren aan het reflectieproces van medestudenten d.m.v. toepassen van coachingsvaardigheden en innemen van perspectieven.

DOEL

leerlijn ROH - overzicht en evaluatie

LIND

UE

KLO

PIL

PL

PASS/FAIL

SUMMATIEF

  • Aanwezigheid reflectiesessies
  • Actieve deelname tijdens sessies
  • Opvolging opdrachten in het portfolio

2. Video Stimulated Reflection (VSR): 'The Classroom Experiment'

  • Welke gedachtes en gevoelens had je bij het bekijken bij de documentaire?
  • Welke fragmenten kunnen jou inspireren?
  • Welke methodes zou je zelf ook durven inzetten?

'The Classroom Experiment' (10')

  • Kies een betekenisvol fragment (van min 2'30" en max 6')
  • Waarom past dit fragment in je eigen leerproces?
  • Welke leervraag heb je bij dit fragment?

Voorbereiding: eerste vsr-sessie (15')

Voorbereiding: eerste vsr-sessie

https://miro.com/app/board/uXjVNP4Ygmo=/?share_link_id=506339607339

3. Coachingsvaardigheden

Coachingsvaardigheden

Tools voor het coachen

een box van 7 vaardigheden

FOCUS VOOR VANDAAG

Exploreren

Verken situaties, mogelijkheden en verwachtingen zonder direct te oordelen door open vragen te stellen

Actief luisteren

Herformuleer en vat samen. Let op je lichaamstaal (SOFTEN)

Soften

Smile

Open posture

Forward leaning

Touch

Eye contact

Nod

Actief luisteren is ook

Stiltes laten

Samenvatten

Parafraseren

Papegaaien

Waarderen en bekrachtigen

Bevestiging geven & waardering uiten. Maak het concreet & authentiek.

VERSCHILLENDE PERSPECTIEVEN

Ik zie wat ik zie
focust op de feiten, verschil tussen waarnemingen en interpretaties
 
Onderzoekende leerkracht
zoekt actief linken tussen de praktijk en de theoretische kaders
Leerling
bekijkt de situatie vanuit de bril van de leerling
 
Kritische vriend
gaat op zoek naar diepere elementen
Focus op succes
focust op succesfactoren, zet talenten in de kijker
 

Coach daagt coachee uit om vanuit verschillende perspectieven naar de leervraag te kijken

4. Reflectiesessie

 

  • - Voorzorg
  • - Aan de slag!
  • - Nazorg

Gespreksstructuur

de grrow-gesprekscyclus

Stap 1

De leervraag kaderen

Waarom heb je de leervraag gekozen?

Op welke manier sluit de leervraag aan bij je leerproces?

Stap 2

Het fragment bekijken

Stap 3

Het fragment analyseren

Wat zie je in het fragment?

Welke krachtbronnen zitten in het fragment?

Welke mogelijkheden zijn er om de situatie aan te pakken?

Wat neem je mee naar je eigen leerproces?

Stap 4    

Terugblikken op het reflectiegesprek

 

 
  • Reality
    • Coachee geeft feitelijke beschrijving
    • Coaches stellen explorerende vragen en luisteren actief
    • Focus op interactie leerkracht / leerling
  • Resources
    • Coaches stellen vragen om nieuwe inzichten aan te boren
    • Coachee verwoordt krachtbronnen in het fragment
  • Options
    • Coachee deelt keuzes voor eigen leerproces
    • Coaches gaan na waarop keuze gebaseerd is, delen inzichten en alternatieven.
  • Will
    • Mondeling of schriftelijk GRROW verslag (na de sessie)

Analyse

2.2 Rollen & perspectieven

  • - Coachee
  • - Coach(es)
  • - Moderator/observator

perspectieven

Aan de slag

Coachingsvaardigh.

Leervraag

Aan de slag

  • Deel het portfolio met elkaar (1)
  • Aanvaard en ga naar het portfolio van de coach (2)
  • Als observator noteer je tijdens het gesprek je feedback in het portfolio van de coach als opmerking (2)

2

1

3

Aan de slag

Stap 1: GOAL en REALITY (max 5 min)

  • Coachee beschrijft de leervraag en de realiteit zo helder mogelijk


Stap 2: coachgesprek (10 min)

  • Coach stelt explorerende vragen en luistert actief
  • Coach neemt verschillende perspectieven in
  • Observatoren noteren feedback aan de hand van de kijkwijzer
  • Observatoren bewaken de tijd

​​

Stap 3: terugblik (5 min)

  • Observatoren delen hun observaties en geven feedback
  • Coachee en coach delen hun ervaringen     


Stap 4: rollen wisselen

Nazorg: PORTFOLIO

  1. ik als coachee: /
  2. ik als coach: zelfreflectie maken van de groei van jouw coachingsvaardigheden + feedback geven op een andere coach als observator
  3. ik als leraar: /
  4. ik als MILO student: indien nodig, portfolio activeren en het template uploaden met als code 'SXVRTH9' + upload bovenstaande documenten in je portfolio

Nazorg: PORTFOLIO

CODE:

1

2

Einde van de les!

Copy of 2324 ADL KLO sessie 2

By idlovub

Copy of 2324 ADL KLO sessie 2

Leren & leertheorieën + ROH-sessie

  • 97