2223 LEREN VAN INDIVIDUELE LEERLINGEN
Wim Keyaerts
Sessie 2 - week 27/2/22- Anderlecht
Lesverloop
1. LEERDOELEN
2. LESVOORBEREIDING
3. MOTIVATIE
4. ZELFREGULEREND LEREN
5. PORTFOLIO
4. AFSLUITER
Leerdoelen
Leren van een individuele leerling/student/cursist of klein groepje leerlingen/studenten/cursisten begeleiden.
Beginsituatie in kaart brengen |
Motivatiebevorderende stijl |
Leerdoelen formuleren | Zelfregulatie verhogen |
Feedback voorzien + communicatievaardigheden | Taalontwikkeling ondersteunen |
Didactisch model N. Engels
Afstemming tussen de verschillende componenten
Didactisch model N. Engels
Afstemming tussen de verschillende componenten
HOE?
WIE?
WAARTOE?
1. Leerdoelen
Leerdoelen formuleren
Wat beogen we met het leertraject te bereiken?
Leerdoelen
-
Leerdoelen formuleren voor een individuele leerling
- Belang van leerdoelen uitleggen.
- Formuleren van leerdoelen volgens de vier componenten: inhoud, gedrag, conditie, norm.
- Formuleren van leerdoelen volgens SMART-principes.
Waarom is het formuleren van leerdoelen belangrijk?
Belang van leerdoelen
- Het daagt je uit om leerstof af te bakenen.
- Verwijzen naar leerdoelen tijdens het leerproces is een belangrijke vorm van effectieve feedback.
- Evaluatie: is het doel bereikt of niet?
- Het geeft de leerling een duidelijk doel om naartoe te werken.
- Het helpt je om de juiste inhouden, activiteiten, materialen te kiezen (passend bij de doelen).
- Communicatie met derden.
Binnenkort zijn jullie tutors...
... en zullen jullie leerdoelen moeten bepalen voor de tutees!
Plaats in het le
Plaats in het lesvoorbereidingsformulier
Componenten van leerdoelen
Componenten van leerdoelen
Gedrag: wat moet de leerling met de leerstof kunnen? (waarneembaar)
Inhoud: op welke inhoud moet de leerling de activiteit kunnen toepassen?
Condities/context: onder welke condities moet de leerlingen het gedrag vertonen?
Norm/niveau: welke minimumprestatie vind je nog voldoende?
Componenten van leerdoelen
Specifiek: scherpe en heldere doelen
Meetbaar: hoe beoordelen of het doel bereikt is
Acceptabel: streef naar doelen die zowel leraar als leerling de moeite waard vinden
Realistisch: uitdagende en haalbare doelen (zone van naaste ontwikkeling)
Tijdsgebonden: op welke termijn wil je het doel bereiken
Domeinen (zie module Leerdoelen Canvas)
Cognitieve ontwikkeling
Intellectuele vaardigheden, verstandelijke vermogens, denkactiviteiten. Bijvoorbeeld:
memoriseren, begrijpen, redeneren, analyseren.
Affectieve ontwikkeling
Waardegebonden vaardigheden. Bijvoorbeeld: coherent handelen met persoonlijke
waardensysteem, verantwoordelijkheid nemen, rekening houden met het waardensysteem
van een organisatie of anderen.
Psychomotorisch ontwikkeling
Fijne motoriek, zintuiglijke en fysieke vaardigheden. Bijvoorbeeld: juiste schrijfbeweging,
correct uitspreken van klanken, ergonomische zithouding, leren fietsen of zwemmen, geuren
en smaken herkennen, presentatievaardigheden, stemtraining, non-verbale communicatie
aanpassen aan de context, iets kunnen maken.
Meta-cognitieve ontwikkeling
Vaardigheid om te denken over het eigen denken. Bijvoorbeeld: strategieën om informatie
op te zoeken, plannen van werk, schematiseren en structuur aanbrengen.
Interpersoonlijke ontwikkeling
Vaardigheden nodig om met anderen om te gaan. Bijvoorbeeld:
samenwerkingsvaardigheden, communicatievaardigheden, conflicthantering, interculturele
communicatie.
Soorten cognitieve doelen
Declaratieve kennis is kennis die kan naverteld worden, mondeling of schriftelijk. Het gaat om ‘weten wat is iets’ en gaat om kennis van feiten, definities en theorieën. Dit is slechts een eerste stap in het leren.
Weten hoe deze feiten, definities en theorieën kunnen toegepast worden, wordt procedurele kennis genoemd.
Gedragsniveaus van leerdoelen (De Block)
Weten, Inzien, Toepassen, Integreren
Beheersingsniveau | Gedragskenmerk | Operationele werkwoorden |
---|---|---|
Weten | Feitenreproductie, herkenning, herinnering | benoemen, citeren, definiëren, herhalen, herkennen, kopiëren, labelen, vertellen, noteren |
Inzien | Begrip, interpretatie, logische reproductie | Aanduiden, demonstreren, discussiëren, herformuleren, indelen |
Toepassen | Geleerde elementen hanteren in nieuwe situaties: kiezen van de juiste regels, wetten, schema's, begrippen enzovoort. | Associëren, beheersen, berekenen, categoriseren, experimenteren, gebruik maken van, interpreteren |
Integreren | Evalueren, beoordelen, toepassen buiten eigen discipline | Adviseren, beoordelen, evalueren, kritisch doorlichten, oordelen, verdedigen, toetsen, commentaar geven, vergelijken |
De leerlingen weten...
De tutees begrijpen...
De leerlingen zien in dat...
De tutees maken oefeningen...
De leerlingen lossen vraagstukken op.
"De leerlingen kunnen per twee in één zin in eigen woorden formuleren wat het doel is van een afschrijving in de boekhouding en minstens twee activa benoemen waarop ze betrekking hebben."
Inhoud =
Gedrag =
Conditie =
Norm =
"De leerlingen kunnen per twee in één zin in eigen woorden formuleren wat het doel is van een afschrijving in de boekhouding en minstens twee activa benoemen waarop ze betrekking hebben."
Inhoud = het doel van een afschrijving en activa
Gedrag = in eigen woorden formuleren en benoemen
Conditie = per twee
Norm = in één zin en minstens twee
"De tutee kan tegen het einde van de tutorsessie een geziene academische tekst binnen het domein van de rechten (hfdst 1: de politiek geschiedenis van België) schriftelijk samenvatten op één pagina."
Inhoud =
Gedrag =
Conditie =
Norm =
"De tutee kan tegen het einde van de tutorsessie een geziene academische tekst binnen het domein van de rechten (hfdst 1: de politiek geschiedenis van België) schriftelijk samenvatten op één pagina."
Inhoud = academische tekst binnen het domein van de rechten (hfdst 1 politieke geschiedenis van België)
Gedrag = schriftelijk samenvatten
Conditie = academische tekst die reeds eerder gezien werd in de les
Norm = één pagina
"De tutees kunnen met behulp van het symptomenoverzicht een vergelijking maken tussen de symptomen van dementie beschreven in een casus en die van de opgenomen bewoners met dementie op hun eigen stage-afdeling (minstens 3 symptomen)."
Inhoud =
Gedrag =
Conditie =
Norm =
"De tutees kunnen met behulp van het symptomenoverzicht een vergelijking maken tussen de symptomen van dementie beschreven in een casus en die van de opgenomen bewoners met dementie op hun eigen stage-afdeling (minstens 3 symptomen)."
Inhoud = symptomen van dementie
Gedrag = een vergelijking maken
Conditie = met behulp van het overzicht
Norm = minstens drie symptomen
"De leerlingen kunnen zelfstandig alle volgende plaatsen/onderdelen van een typisch huis in het Nederlands benoemen op een afbeelding: keuken, badkamer, slaapkamer, woonkamer, deur, raam."
Inhoud =
Gedrag =
Conditie =
Norm =
"De leerlingen kunnen zelfstandig alle volgende plaatsen/onderdelen van een typisch huis in het Nederlands benoemen op een afbeelding: keuken, badkamer, slaapkamer, woonkamer, deur, raam."
Inhoud = plaatsen of onderdelen van een typisch huis in het Nederlands: keuken, badkamer, slaapkamer, woonkamer, deur, raam
Gedrag = benoemen op een afbeelding
Conditie = zelfstandig
Norm = alle
“De leerlingen kunnen met behulp van de vocalenposter minstens de vocalen in de volgende woorden correct uitspreken: keuken, badkamer, slaapkamer, woonkamer, deur, raam.”
Inhoud =
Gedrag =
Conditie =
Norm =
“De leerlingen kunnen met behulp van de vocalenposter minstens de vocalen in de volgende woorden correct uitspreken: keuken, badkamer, slaapkamer, woonkamer, deur, raam.”
Inhoud = de uitspraak van de vocalen
Gedrag = uitspreken
Conditie = met behulp van de vocalenposter
Norm = minstens de vocalen
Leerdoelen: recapitulatie
- 5 domeinen
- 4 componenten
- Inhoud
- Gedrag --> Taxonomie De Block
- Conditie
- Norm
- SMART!
- Specifiek
- Meetbaar
- Acceptabel
- Realistisch
- Tijdsgebonden
Tip! Bekijk zeker de kijkwijzer.
Didactisch model N. Engels
Afstemming tussen de verschillende componenten
HOE?
WIE?
WAARTOE?
2. Lesvoorbereiding
Lesvoorbereiding: de ideale cocktail voor een geslaagde les!
beginsituatie, leerdoelen, lesontwerp & zelfreflectie
Stap 1: beginsituatie bepalen
-
na elke les aanpassen
-
nieuwe informatie over de tutee toevoegen
-
wijzigen naargelang de tutee evolueert/bijleert
Stap 2: leerdoelen bepalen
-
lange of korte termijn
-
vakspecifiek of algemeen (vb. studievaardigheden)
-
cognitief, affectief, psychomotorisch, meta-cognitief en/of interpersoonlijke ontwikkeling
-
alle componenten zijn nauwkeurig (gedrag, inhoud, conditie, niveau) en SMART omschreven
STAP 3 : lesontwerp
Begin, kern, slot
Denk na over hoe je de les wil beginnen, wat de kern zal uitmaken en hoe je wil afsluiten.
Lesontwerp
Timing
Maak een realistische tijdsplanning: hoe lang heb je nodig per onderdeel?
Lesontwerp
Activiteit
Beschrijf voor elke fase de activiteit die de leerling zal doen.
Lesontwerp
Groepsvorming & materiaal
Denk na of je de tutees individueel, in duo of groepjes laat werken. Lijst het materiaal op dat je gaat gebruiken
Lesontwerp
Stap 4 : Zelfreflectie
-
Je blikt terug op hoe je tutorsessie verlopen is.
-
Je eerste indrukken zijn erg rijk en bevatten belangrijke info.
-
Elke les is een nieuwe kans voor je eigen leerproces.
-
Elke les is een nieuwe kans om van betekenis te zijn in het leerproces van je tutee.
Reflectie op & over je praktijk wegen even zwaar door als de uitvoering ervan!
Begin van een steile leercurve
Elke les is een nieuwe kans om van betekenis te zijn in het leren van je tutee & leerlingen!
Zoek je weg & ontwikkel je leerkrachtstijl
"Failure is instructive. The person who really thinks, learns quite as much from his failures as from his successes.”
Aan de slag
beginsituatie - leerdoelen - lesontwerp
Ontwerp je eerste kennismakingsles met je tutee
3. Motivatie
1.1. Zelfdeterminatietheorie
Storytime: wie is het meest gemotiveerd?
-
Student A heeft zeer veel verschillende soorten motivatie: enerzijds vindt de student dat leraren een zeer belangrijke functie hebben in de samenleving en dit een heel waardevol beroep is, anderzijds is er ook werkzekerheid door het tekort aan leraren. Daarnaast zit het lerarenberoep in de familie: beide ouders van de student zijn leraar en de student weet zeker dat de ouders trots gaan zijn wanneer dit diploma behaald wordt.
-
Student B haalt heel veel plezier en drive uit het maken van lessen, voor de klas staan en het begeleiden van het leerproces van leerlingen. Om dit nog beter te doen, volgt de student de lerarenopleiding.
WIE IS HET MEEST GEMOTIVEERD?
Wie is het meest gemotiveerd?
Wie is het meest gemotiveerd?
Niet kwantiteit maar kwaliteit van motivatie telt.
Zelfdeterminatietheorie
Edward Deci & Richard Ryan
Waar situeert jouw motivatieprofiel?
Groepswerk (10 min)
Zoek bij externe, geïntrojecteerde, geïdentificeerde; geïntegreerde & intrinsieke motivatie een voorbeeld uit jullie motivatieprofielen.
Autonome motivatie heeft positief effect op
- psychologisch welbevinden
- betere toepassing van meta-cognitieve strategieën
- meer doorzettingsvermogen
- minder procrastinatie
- hogere niveaus van leren
- betere studieresultaten
(Vansteenkiste, Sierens, Soenens, Luyckx & Lens, 2009)
Ondersteunen van autonome motivatie
Hoe stimuleer je als leerkracht autonome motivatie?
'Need supportive environment'
Didactisch model N. Engels
Afstemming tussen de verschillende componenten
HOE?
WIE?
WAARTOE?
=> ABC-model
Autonomie
Structuur
Betrokkenheid
Autonomieondersteuning
Keuze aanbieden, controlerende taal beperken
Competentie bevorderen door structuur aan te bieden
Uitdagende taken, aanmoediging na falen, aangepaste hulp, duidelijke richtlijnen en verwachtingen
Verbondenheid (Betrokkenheid)
Tonen van oprechte zorg, aanbieden van warmte en waardering
Je uitdaging als leraar: leren tegelijkertijd jezelf betrokken opstellen, autonomie-ondersteunend werken en structuur aanbieden...
... en mild zijn voor jezelf en opnieuw beginnen als het eens misloopt!
Verwerkingsopdracht - individueel - 10'
1. Kies één moment uit je schoolloopbaan waar je motivatie erg autonoom en welwillend was of waar je motivatie erg gecontroleerd en verplichtend was.
2. Analyseer hoe je onderwijsleeromgeving eruit zag op vlak van autonomie-ondersteuning, structuur en betrokkenheid.
3. Noteer welke elementen uit de omgeving je autonome motivatie hebben bevorderd en/of belemmerd.
1.2. ARCS- model
Verwerkingsopdracht - in groep - 10'
1. Houd een recente les voor ogen uit de lespraktijk van één van de LIO's. Neem uit deze les een leerling in gedachten die niet gemotiveerd was.
2. Schets het motivatieprofiel van de leerling en stel vragen ter verduidelijking
3. Wat kun je als leerkracht doen om de motivatie nog te versterken vertrekkende vanuit het ARCS model?
Vind inspiratie in de module 'Motivatie' in de cursus LIND
Vragen?
4. Zelfregulerend leren
- Welke elementen van zelfregulerend leren herken je?
- Benoem enkele voorbeelden van zelfregulerend leren uit deze praktijk.
- Wat zie je veranderen bij de leerlingen?
Nabespreking filmpje
Onze omgeving verandert continu
Groeiende beschikbaarheid van informatie
Dirk Van Damme (OESO)
Internationale modellen erkennen als '21rst century skill'
Meer info zie Voogt & Pareja Roblin (2010)
2.1. Zelfgereguleerd leren stimuleren (deel 1)
Gericht op zelfregulatie
Aanwijzingen voor leerlingen om zichzelf onder controle te houden, hun werk te plannen, hun vooruitgang te monitoren, hulp te vragen ...
Gericht op zelf
Deze vorm is niet effectief maar komt veel voor!
Trekt aandacht weg van de taak en richt zich op persoon: "wat ben je slim!"
Feedback (vooruitblik op volgende les)
Zelfgereguleerd leren
Zelfregulerend leren is het cyclische proces waarbij een lerende zijn gedrag, gedachten, gevoelens én motivatie zelf richting geeft met het oog op het bereiken van zijn leerdoelen en afhankelijk van zijn context.
Gebrek aan zelfregulerende vaardigheden leidt tot frustratie, faalervaringen, angst, vermijdingsgedrag en zelfs agressie
Cognitieve leerstrategieën:
strategische acties zoals analyseren, selecteren, structureren, verbanden leggen, concretiseren, personaliseren, toepassen
Metacognitieve leerstrategieën:
denken over denken zoals plannen, oriënteren, relateren, monitoring, begrip checken, jezelf vragen stellen, evalueren, reflecteren, hulp zoeken, samenwerken, omgeving organiseren
Motivatie/affectieve leerstrategieën:
waarderen en belang van de taak inzien, leerdoelen formuleren, vertrouwen dat je het kunt, omgaan met faalervaringen, omgaan met succeservaringen
Verwerkingsopdracht - in groep - 10'
- Lees onderstaande opdrachtomschrijving voor de geïntegreerde proef van 7 kinderzorg
- Welke zelfregulerende strategieën gaan leerlingen inzetten om deze jaaropdracht tot een goed einde te brengen?
- Wat kan jij doen als leraar om hen daarbij te ondersteunen?
cognitieve
leerstrategie
cognitieve
leerstrategie
Beertjes van Meichenbaum
- Wat moet ik precies doen, kennen, kunnen? Wat verwacht de leraar, ouder?
- Hoe ga ik dat aanpakken? Wat doe ik eerst? Wat dan? Hoeveel tijd heb ik nodig? Wat staat er op mijn planning? Hoeveel tijd heb ik?
- Ben ik goed bezig? Of begin ik ergens anders? Zoek ik eerst iets op van de vorige les? Neem ik even pauze?
- Heb ik mijn taak goed uitgevoerd? Heb ik het goed aangepakt? Heb ik bereikt wat ik wilde? Kan ik het? Wat kan ik de volgende keer beter doen?
metacognitieve
leerstrategie
metacognitieve
leerstrategie
metacognitieve leerstrategie
motivationele
leerstrategie
affectieve
leerstrategie
Omgaan met faalangst
Groepsdiscussie (10 min)
Bespreek: welke van de strategieën
(Cognitieve leerstrategieën, Metacognitieve leerstrategieën, Motivatie/affectieve leerstrategieën)
je zou toepassen in je eigen tutorstage?
5. Portfolio
(Reflecterend en Onderzoekend Handelen)
Portfolio
1. jouw portfolio activeren
Portfolio activeren
- stap 1: ga naar cursussen en klik op Leren van individuele leerlingen
- stap 2: klik dan op portfolio
Portfolio activeren
- stap 3: rechts klik je op + nieuwe toevoegen
- selecteer 'importeer template'
Portfolio activeren
- stap 4: vul template ID in 'SB6UTDO'
- en klik op Importeer
Portfolio activeren
- als alles goed ging krijg je dit scherm
2. mindmap uploaden
mindmap uploaden
- stap 1: klik op de map startmoment
- stap 2: klik 'voeg bewijs toe'
mindmap uploaden
- stap 3: klik 'bestandsupload'
mindmap uploaden
- stap 4: Voeg een Naam in vb. startmoment mindmap
- stap 5: sleep je bestand van je mindmap in het kader
- stap 6: klik op toevoegen
mindmap uploaden
- stap 7: klik op 'voeg doel toe' = BACO
mindmap uploaden
- stap 8: klik op 'Bestaand doel'
mindmap uploaden
- stap 9: vink aan welke BACO je dit bewijs wilt toevoegen
- stap 10: klik op 'toevoegen'
mindmap uploaden
- dan zie je het doel vb. onderzoeker staan
- stap 11: klik op de 3 puntjes
mindmap uploaden
- stap 12: klik op 'aan doel(en) toevoegen'
mindmap uploaden
- stap 12: klik op het leeg balkje en selecteer jouw doel
- stap 13: klik op toevoegen aan doel(en)
mindmap uploaden
- je ziet jouw bewijs (bestand) onder het doel staan
- stap 15: bravo, gelukt! Geef jezelf een schouderklopje :-)!
mindmap uploaden
6. Afsluiter
Reflecterend & onderzoekend handelen (ROH)
Afsluiter
'Lerarenenquete: "het niveau daalt" '
Hoe hard werkt een Vlaamse leerkracht? | Terzake
REACTIES?
Einde van de les!
Stoelen op de bank
2223 LIND sessie 2 Anderlecht feb groep
By idlovub
2223 LIND sessie 2 Anderlecht feb groep
- 175