POSITIEF EN INCLUSIEF LEEFKLIMAAT
 

Hoorcollege 2 (21 februari 2024)

Prof. dr. Els Consuegra

1. KLASMANAGEMENT: ALGEMEEN

Neem per twee een vel papier, schrijf linksboven jullie namen. Noteer in het midden van het vel papier een uitdagende situatie qua klasmanagement waarvan je graag leert hoe je ze zo goed mogelijk aanpakt.

We geven het blad straks door aan onze buren dus beschrijf de situatie voldoende specifiek. Maak er echt een tekstje van en neem op:

  • Waar de gebeurtenissen zich hebben afgespeeld
  • Wie bij de situatie betrokken is
  • Wat er precies gebeurd is
  • Wanneer het gebeurd is bijvoorbeeld na een concrete aanleiding of in een bepaalde lesfase
  • Waarom je denkt dat de betrokken personen tot dit gedrag overgaan

Wie klaar is mag het blad doorgeven aan de buren.

Opdracht

10'

duo's

Lees de casus van je buren. Waarover gaat de casus?

Wat valt te begrijpen onder 'klasmanagement' volgens jullie buren?

 

Steek je hand op om te reageren. 

Opdracht

Courante 'enge' benadering bij professionals

Klasmanagement als orde bewaren, controle houden, tuchtmaatregelen nemen etc.

Vraagt groot deel van onze aandacht

15,3% van de normale lestijd wordt besteed aan ordehandhaving in een klas secundair onderwijs (Talis-2018 Onderzoek). Dat is 7,5 minuut per les.

Praktijkschok

Studies tonen aan dat studenten zich vaak onvoldoende voorbereid voelen op klasmanagement (zeker in superdiverse klassen)

Geen lijstje met tips en tricks ...

Strategieën klasmanagement raken veel topics, is systemisch te benaderen

Consensus over brede definitie onder wetenschappers

Alle maatregelen om klimaat te scheppen waarin studenten met succes leren en werken (Redant, 2005)

Preventief: voorkomen dat probleemgedrag optreedt

Reactief:
reageren op probleemgedrag als het zich stelt

Focus op de leerling: motivatieprofiel, welbevinden, diversiteitskenmerken, ontwikkelingspsychologie van de adolescent, ...

Focus op de leerkracht: visie, overtuigingen, waarden, emotieregulatie, doeltreffendheidsbeleving, ...

Focus op de relatie leerling-leerkracht:  autoritatief, cultureel responsief, warm demander, interpersoonlijk leraarsgedrag, ...

Didactisch ontwerp: leerdoelen, leerstof, werkvormen, evaluatie, media, ...

Context: meso- en macroniveau, o.a. infrastructuur, schoolbreed beleid, wrap around i.s.m. schoolexterne partners, ouderbetrokkenheid ...

 

 

 

Klasmanagement (Valcke en De Craene, 2020)

Er zit dus al heel wat in je rugzak!

Zet alles wat je in het eerste semester geleerd hebt slim in. Je heb al meer tools in handen dan je denkt ...

Welke inzichten uit het eerste semester kunnen helpen om de casus beter te begrijpen en suggesties voor aanpak te formuleren?

Noteer deze ideeën op het papier bv. in de vorm van een mindmap.

  • Gebruik één of enkele woorden per tak
  • Gebruik de geleerde vaktermen
  • Verbind grote takken met subtakken

Opdracht

10'

duo's

2. KLASMANAGEMENT: PREVENTIEF

Kies elk één theorie als invalshoek om naar de casus te kijken en vul de mindmap aan!

 

Opdracht

2.1. Afspraken, regels en procedures

Vanaf dag één

  • Duidelijke regels en procedures communiceren

  • Samen afspraken maken

  • Consequent zijn in de toepassing

Regels zijn ...

  • vooraf bepaald
  • niet onderhandelbaar
  • zowel op macro - meso - micro

Procedures zijn ...

  • vaste scenario's/terugkerende routines
  • moet je de klasgroep laten inoefenen
  • verlopen haast automatisch

Afspraken zijn ...

  • steeds in overleg
  • zichtbaar in de klas
  • haalbaar om na te leven
  • Start en einde van een les
  • Toegelaten vormen van zelfexpressie (bv. kleding)
  • Overgang tussen activiteiten
  • Verstoringen van activiteiten
  • Herschikking klasopstelling
  • Administratieve taken (aanwezigheden, controle agenda)
  • Verplaatsingen binnen en buiten klas/gebouw
  • Gebruik van materialen en tools
  • Groepswerk
  • Zelfstandig werken
  • Alleen zijn in lokaal
  • Benodigd materiaal door leerlingen mee te brengen
  • Evaluatie en feedback
  • ...

Aandachtsgebieden

2.2. Pro-actieve klasmanagement strategieën

1. Multidimensionaliteit: waaier aan gebeurtenissen

2. Gelijktijdigheid: gebeurtenissen vaak tegelijkertijd

3. Onmiddellijkheid: gebeurtenissen aan snel ritme

4. Onvoorspelbaarheid: complex en niet altijd controle

5. Openbaarheid: interactie met leerling heeft impact op de groep en omgekeerd

6. Geschiedenis: gebeurtenis nooit geïsoleerd in de tijd

  

 

Klas als organisatievorm (Doyle, 1986)

Proactieve klasmanagementstrategieën (Kounin, 1970)

 

1. With-it-ness: maak zichtbaar dat je opmerkzaam bent

2. Overlapping: multitasking 

3. Smoothness en momentum: soepel verloop en vlotte overgangen, nauwkeurige planning, duidelijke instructies, niet van hak op de tak, tempo niet te traag en niet te snel

4. Stimulating seatwork: afwisseling van werkvormen, uitdagende opdrachten maar niet te moeilijk

5. Group focus en verantwoordelijkheid delegeren: groep geboeid houden, niet volledig voorspelbaar zijn, op elk moment kan actieve inzet van leerling gevraagd worden, leerling verantwoordelijk voor eigen gedrag en leren

  

 

Bewegingstussendoortje

featuring Alexie en Charlotte!

3. KLASMANAGEMENT: REACTIEF

3.1. Wat is probleemgedrag?

  • Surf naar de wooclap: https://www.wooclap.com/PILHOC2 

 

  • Geef aan hoe problematisch je de gedragingen van leerlingen vindt. 
    • 1 = helemaal niet problematisch
    • 5= zeer problematisch

  

                                                                 

 

 

5'

individueel

Opdracht: probleemgedrag

Wat is probleemgedrag?

Op basis van wat soort overwegingen heb je gedragingen hoger of lager geplaatst?

Wirwar aan definities en classificaties

Externaliserend probleemgedrag, wangedrag, delinquent gedrag, antisociaal gedrag, asociaal gedrag, misconduct, misbehavior, deviant gedrag, ontwrichtend gedrag, ordeverstorend gedrag, storend gedrag, agressief gedrag, grensoverschrijdend gedrag ...

Agressief gedrag: brede definitie

Gedrag waarmee grenzen, regels of waarden overschreden worden, of ermee gedreigd wordt. Hiermee wordt materiële, lichamelijke of psychische schade berokkend aan anderen of jezelf.

De persoon is zich niet per se bewust van de gevolgen of effecten van het eigen gedrag.

Externaliserend en internaliserend 

Spanningssituatie met negatieve energie en gevoelens kan worden afgereageerd op omgeving (externaliserend) of op de eigen persoon (internaliserend).

Storend 

Asociaal en alledaagse kleine ordeverstoorders. Gedrag dat het lesgeven van de leraar onderbreekt en het leerproces van medeleerlingen belemmert.

Bijvoorbeeld: Leraar onderbreken, leraar niet respectvol behandelen, ongevraagd het woord nemen, bezig zijn met privézaken tijdens de les, impliciete normen niet nakomen, onverschillligheid tegenover het vak, te laat komen ...

Ontwrichtend 

Agressief gedrag dat leidt tot blijvende wanorde, langdurig ongepast gedrag, frequente moedwillige onderbrekingen of  gezagsondermijnend gedrag van leerlingen.

Bijvoorbeeld: spijbelen, pesten, seksuele intimidatie, racisme, delinquent gedrag, verbale agressie, beschadigen van klas- of schoolmaterialen, ...

3.2. Wat zijn oorzaken van probleemgedrag?

Frustratieagressie

  • Leerling ontploft - niet in verhouding met aanleiding
  • Men ziet en voelt dat de kwaadheid écht is
  • Uit zich in  verbale en fysieke spanning
  • Vaak uit onmacht
  • (Gedeeltelijk) controleverlies
  • Je hoort vooral verwijten, men overdrijft

Instrumentele agressie (= geweld)

  • Geen controleverlies: agressie is heel doelgericht en weloverwogen
  • Geveinsde kwaadheid of intimidatie, bedreiging, manipulatie
  • Via bekrachtiging aangeleerd: patroon

                         

3.3. Hoe reageren op probleemgedrag als het zich stelt?

Gepaste hoeveelheid dominantie

  • Maak duidelijk wat je verwacht en wat gevolgen zijn
  • Geef duidelijkheid over de leerdoelen
  • Wees assertief

Gepaste hoeveelheid samenwerking

  • Wees flexibel bij het bepalen van leerdoelen
  • Toon je persoonlijke interesse in leerlingen
  • Wees fair en waarderend

Bewustzijn van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (zie volgende weken: inclusie en differentiatie)

Marzano & Marzano (2003)

Créton & Wubbels (2010)

Onderzoek laat zien dat wanneer leerlingen vinden dat hun docent relatief veel (emotionele) nabijheid combineert met relatief veel invloed, het klasklimaat gekenmerkt wordt door een rustige, prettige werksfeer (Wubbels et al., 2006)

Verbindend gezag is gebaseerd op de principes van geweldloos verzet en verenigt twee uitersten die schijnbaar niet te verenigen zijn: zowel hiërarchische afstand als relationele nabijheid, zowel een liefdevol anker als heldere grenzen en zowel verzet tegen wat onacceptabel is als geloven in de mogelijkheden van de ander.

 

 

Verbindend gezag, geweldloos verzet, nieuwe autoriteit

Baseline: geef onmiddellijke feedback, in de kiem smoren

Reageer onmiddelijk, kort, redelijk en consequent op het storend gedrag. Zelfs als het nog niet echt storend is.

 

Baseline: toon dat je het gedrag hebt opgemerkt

Non-verbale communicatie is zeer effectief omdat het de les niet onderbreekt en geen 'publiek' geeft aan de verstoorder wat tot escalatie kan leiden omdat men 'status' haalt uit het storend gedrag en de berispingen van de leerkracht.

> oogcontact

> afstand verkleinen

> trager praten

> stilte

> verborgen berisping

 

 

Baseline: wanneer kan je een oogje toeknijpen?

Je kan voorrang geven aan lesverloop als het gedrag de les niet verstoort, escalatiegevaar minimaal is, gedrag niet wordt overgenomen door anderen, geen centrale regels/afspraken/procedures gebroken worden.

Baseline: emoties en lichaamstaal controleren

  • Wees je bewust van je emoties, accepteer ze
  • Haal diep adem
  • Neem makkelijke houding aan, voeten stevig op de grond
  • Ventileer via kleine bewegingen, traag en gecontroleerd
  • Neem letterlijk afstand
  • Stop met praten, neem een rustpauze
  • Denk: dit is niet persoonlijk
  • Denk: oké soms gebeuren dergelijke dingen, schrap zetten!
  • Verlaat even de ruimte
  • Zoek iemand die even kan overnemen

Leonard (2009)

  • Kalmeren
  • Grenzen stellen
  • Ontmijnen
  • Hulp vragen

Reageren op frustratie agressie: time-out (kalmeren)

Besef: leerling is controle kwijt, niet vatbaar voor ratio

Strategie 1: Kalmeren bij frustratieagressie

  • Maak contact op niet-bedreigende manier
  • Let op je eigen lichaamstaal
  • Bewijs dat je begrijpt hoe agressor zich voelt
  • Voorzie afkoelperiode, laat uitrazen (time-out)
  • Afleiding
  • Ga in gesprek eens de emoties voldoende gezakt zijn
    • ik-boodschappen
    • houd vast aan grenzen
    • denk samen na of geef jouw idee over oplossingen
    • corrigeer foute informatie
    • let op met beloften die je niet kan waarmaken

Strategie 2: Grenzen stellen bij instrumenele agressie

  • Suggereer subtiel de grens (vraag, oogcontact, ik-boodschap, afleiding, humor ...)
  • Zeg de agressor vriendelijk en duidelijk te stoppen.
  • Herhaal de boodschap kort en kordaat
  • Blijf op je standpunt tot het gedrag gestopt is, wees consequent

 

Indien dit niet werkt:

- Waarschuw één maal met een consequentie

- Voer de consequentie uit

OF

- ontmijn

- zoek hulp

Strategie 3: Ontmijnen, voorkom escalatie

Onverwachte reactie waarna je de draad weer oppikt. Profiteren van feit dat de ander even perplex staat.

  • Verrassende reacties
  • Afleiding (bv. ander onderwerp aansnijden)
  • Positieve herinterpretatie
  • Humor (niet kwetsend!)
  • Probeer niet te winnen (doel is niet in een machtsstrijd verzeild te geraken)

Strategie 4: Hulp halen

  • Leerkracht bepaalt zélf of er hulp geboden wordt en op welk moment.
  • Respecteer elkaars deskundigheid (blijf in de buurt, vraag aan leerling naar de leerkracht te luisteren, neem leerling mee  voor time-out)
  • Hulp achteraf

 

Text

Incident afronden: persoonlijk  herstelgesprek

  • Start bij aanleiding agressie      
  • Ik-boodschappen
  • Actief luisteren                                      
  • Verken door verder bevragen - ook je eigen kant
  • Maak afspraken naar de toekomst
  • Herstel: goedmaken?

Dit doe je ZELF - jij moet als leerkracht verder met de leerling

Text

Incident afronden: groepsgericht herstelgesprek

Overleg tussen diegene die in de fout ging en diens ondersteuners (ouders, vrienden) en het slachtoffer en diens ondersteuners. Doel is materiële of psychologische schade herstellen. Onder begeleiding van onafhankelijke moderator die vast script volgt en die eerst met elke partij individueel gesprek heeft.

 

 

Kies elk één theorie als invalshoek om naar de casus te kijken en vul de mindmap aan!

Noteer 

  • Gebruik één of enkele woord(en) per tak
  • Gebruik de geleerde vaktermen
  • Verbind grote takken met subtakken

Opdracht

15'

duo's

Einde van de les!

Tijd voor een wandeling ... naar de volgende les!

Positief en inclusief leefklimaat - P&D (Hoorcollege 2)

By idlovub

Positief en inclusief leefklimaat - P&D (Hoorcollege 2)

Woensdag 17 februari 2021

  • 824