Krachtige leeromgeving
Leren & leertheorieën - cognitivisme
Probleemstelling
Hoe verwerkt ons brein informatie en wat kunnen we daarvan leren om leerprocessen te ondersteunen?
DOELEN
- Je kan in lesvoorbereidingen alle nodige strategieën inzetten om de leerfuncties ‘aandacht richten’, ‘decoderen en betekenis geven’, ‘vasthouden en integreren’ en ‘lokaliseren en activeren’ te ondersteunen.
- Je kan bij het lesontwerpen strategieën aanwenden om te werken aan declaratieve kennis, procedurele kennis en attitudes.
Herhaling
Weet je nog wat leren is?
Herhaling
Leren is een proces
waarbij bepaalde ervaringen
een relatief duurzame verandering
in iemands gedrag of gedragsdisposities teweegbrengen
- Proces: aaneengeschakelde mentale verwerkingsactiviteiten > focus van deze les!
- Ervaringen: ≠ rijping
- Duurzame verandering (kennis, motieven, ...): ≠ kortdurende instabiele veranderingen
- Behaviorisme
- Cognitivisme
- Constructivisme
Inzetbaar afhankelijk van de beoogde doelen
Wat weet je al over cognitivisme?
Maak er een Mindmap van...
Cognitivisme
Met centraal:
En errond wat er al over weet en leert
Liever sketchnoting?
Voorbeeld van een online tool voor Mindmapping
Nog een voorbeeld...
En nog een voorbeeld:
uitstekende gratis open source software
Het gebruik van Mindmapping in onderwijs?
Vul je Mindmap verder aan obv het interview
met Tommy Opgenhaffen
Hoe wordt informatie opgevangen, georganiseerd,
opgeslagen en opnieuw geactiveerd in het brein?
Cognitivistisch informatieverwerkingsmodel
- de omgevingsinput (pijlen links) via zintuiglijke waarneming gevoelsregister vangt op wat uit de omgeving op ons afkomt
- grote capaciteit; korte duur -vluchtig ; niet bewust; korte termijn geheugen
- lange termijn geheugen
- onbeperkt in capaciteit en duur
- korte termijn geheugen: onbewuste verwerking; geheugensporen geactiveerd door herkenning van zintuiglijke informatie
werkgeheugen: bewust actief; informatie wordt via verbale en/of niet-verbale code
verwerkt.
- beperkt in capaciteit en duur.
- groene pijlen controleprocessen (metacognitie); blauwe pijlen: ophalen uit lange termijn en werkgeheugen voor output
Leerfuncties afgeleid uit informatieverwerkingsmodel
- Aandacht richten
- Decoderen
- Betekenis geven
- Vasthouden en integreren
- Lokaliseren en activeren
- Probleem oplossen
1. Aandacht richten
Hoe doe je dit?
Hoe doe je dat?
Gestructureerd werkklimaat creëren: afspraken maken
Nieuwsgierigheid prikkelen
Oriënteren op de leerdoelen
2. Begrijpen
Decoderen: Technisch - de code begrijpen
Betekenis geven: Inhoudelijk interpreteren
> soms automatisch (koppeling aan info uit LTG)
> soms actieve inspanning en ondersteuning nodig die
werkgeheugen in beslag neemt
2. Begrijpen = decoderen en betekenis geven
Illustratie v. moeilijkheden bij het decoderen van taal :
de ‘geschiedenis’-les van een leerling met andere thuistaal
LEES HOE DE LEERLING DE TEKST BEGRIJPT:
Een voorbeeld (geschiedenis)
Het is het jaar 1535. Op een plein in de stad is een tribune gebouwd. Ook is een schuur opgericht. Enkele palen steken omhoog. Wat is er aan de hand? Er zullen pannen rechtgezet worden. Zij zijn in optocht door de stad naar het plein gebracht. De pannen zijn goed herkenbaar aan een geel overkleed en een hoge papieren muts. Daarop zijn vlammen en duivels getekend. Onderweg hebben allerlei mensen zich bij de stoet aangesloten. En nu stroomt het plein vol. Op de tribune nemen hoge geestelijken en rechters plaats. De opscheppers van het eten lezen nu de lijsten voor. Het publiek vangt vlaggen van zinnen op: ‘In naam van zijne Koninklijke Majesteit … rechtzetten met het vuur … bezittingen gaar …’
(Uit Hajer & Meestringa – schooltaal als struikelblok)
HOE DE LEERLING DE TEKST BEGRIJPT:
DE OORSPRONKELIJKE TEKST
Het is het jaar 1535. Op een plein in de stad is een tribune gebouwd. Ook is een schavot (schuur) opgericht. Enkele palen steken omhoog. Wat is er aan de hand? Er zullen ketters terechtgesteld worden (pannen rechtgezet worden). Zij zijn in optocht door de stad naar het plein gebracht. De ketters (pannen) zijn goed herkenbaar aan een geel overkleed en een hoge papieren muts. Daarop zijn vlammen en duivels getekend. Onderweg hebben allerlei mensen zich bij de stoet aangesloten. En nu stroomt het plein vol. Op de tribune nemen hoge geestelijken en rechters plaats. De gerechtsdienaars (opscheppers van het eten) lezen nu de vonnissen (lijsten) voor. Het publiek vangt flarden (vlaggen) van zinnen op: ‘In naam van zijne Koninklijke Majesteit … rechtzetten met het vuur … bezittingen verbeurd (gaar) verklaard …’
Interpretatie ongekende woorden (ketters->ketels->pannen)
=> hypotheses over context => interpretatie rest v.d. tekst
2. Begrijpen = decoderen en betekenis geven
- Voorkennis activeren en contexten aangeven
- Aanschouwelijk maken
- Ervaringen oproepen of creëren
p x V=constant
Bijvoorbeeld
Decoderen en betekenis geven: hoe doe je dit hier?
p x V=constant
pressure volume
p = 1/V
p1 x V1 = p2 x V2
Voor een welbepaalde hoeveelheid gas
in een afgesloten ruimte
en bij constante temperatuur
geldt dat de druk van het gas
omgekeerd evenredig is aan het volume
p x V=constant
Ervaringen oproepen
p x V=constant
Aanschouwelijk maken
Een beeld
Een proef
Conclusies in grafiek
en ervaringen creëren
Hoe doe je dit voor jouw ideale les?
- Voorkennis activeren
- Contexten aangeven
- Aanschouwelijk maken
- Ervaringen oproepen of creëren
3. Vasthouden en integreren
Geheugentest - woordenlijst 30 woorden
Ben je er klaar voor?
Woordenlijst
water
in
wereld product
trap
in
kamer
konijn
wereld
sofa
in
plakband
agenda
schaar
paard
wereld
in
groep
stoel
bord
sexy lingerie
wereld
boek
blad
in
zwart
kostuum
zakdoek
schoen
kikker
3. Vasthouden en integreren
Geheugentest - woordenlijst 30 woorden
Hoeveel heb je onthouden?
Waar kwamen die woorden voor in de lijst?
Wat was makkelijk te onthouden? Waarom?
Heb je strategieën toegepast om meer te onthouden?
3. Vasthouden en integreren
Verloop van opnamecapaciteit / aandachtscapaciteit
Aantal afzonderlijk vast te houden eenheden informatie: 7 - 9 (zoniet heb je in gedachten herhaald of andere strategieën toegepast)
Vooral woorden bij begin en einde
Wat herhaald wordt onthouden we beter
Door associatie/verbanden leggen onthouden we meer
Wat opvalt houden we langer vast
Wat persoonlijk betekenis heeft ook
Conclusies voor onderwijs?
3. Vasthouden en integreren
- Gevarieerd herhalen – multipele representaties
- Actief laten bewerken - elaboreren
- Structureren - ordenen
4. Lokaliseren en activeren
Om makkelijker terug te vinden:
- Verbanden leggen met andere kennisgehelen
- Schematiseren, onderlinge verbanden
- Toepassen in verschillende contexten
LEERFUNCTIES EN COGNITIEVE STRATEGIEËN SAMENGEVAT
Aandacht richten
Gestructureerd werkklimaat: afspraken
Nieuwsgierigheid prikkelen
Oriënteren op doelen
Decoderen en betekenis geven
Voorkennis activeren en contexten aangeven
Aanschouwelijk maken
Ervaringen oproepen of creëren
Meer voorbeelden tekst pp.37-39
Vasthouden en integreren
Gevarieerd herhalen – multipele representaties
Actief laten bewerken - elaboreren
Structureren
Lokaliseren en activeren
Verbanden leggen met andere kennisgehelen
Schematiseren, onderlinge verbanden
Toepassen in verschillende contexten
Kiezen van leerstrategieën
doel van het leren bepalen
identificeren om welke kennis het gaat
condities kennen om dit soort kennis te leren
aangepaste leerstrategieën kiezen
Constructive alignment
leerdoelen
leer-
activiteiten
evaluatie
Herhaling (en verbanden leggen)
Soorten kennis
Merk op
- in het cognitief domein: - declaratieve kennis
- procedurele kennis
- in het psychomotorisch domein:
- procedurele kennis
- in het sociaal affectief domein:
- procedurele kennis
- een combinatie als het
gaat om attitudes
(ook combinatie in het metacognitief domein)
Declaratieve kennis - aanvullende strategieën decoderen en betekenis geven
- Zorg voor advance organisers bij het begin van de les, in de vorm van een schema van belangrijkste begrippen, of in de vorm van een verhaal, of door aan te geven hoe het nieuwe hoofdstuk verschilt van het vorige, ...
- Gebruik uiteenlopende niet-verbale visuele representaties van de leerstof
- Laat leerlingen verwoorden hoe ze iets begrepen hebben (cf. misconcepties)
- Laat gelijkenissen en verschillen zoeken en zelf vragen uitwerken bij de leerstof
Voorbeelden leerstrategieën
declaratieve kennis
voorbeelden | voor losse elementen van info | voor complexere info |
---|---|---|
inprenten | herhalen - kleine hoeveelheden en gespreid | annotatiesysteem |
bewerken | mnemotechnische middelen | analyseren concretiseren verbanden leggen personaliseren |
organiseren | ordenen - clusteren | selecteren schema's maken mindmapping |
Procedureel leren: handelingssequenties
Doelgerichte aaneenschakeling van serie handelingen:
Eerst iedere stap bewust en nauwkeurig (cognitieve fase) bijvoorbeeld bij het maken van sommen (17 + 35):
als de som van de eenheden kleiner is dan 10
dan schrijf ik het resultaat in de kolom van de eenheden
als de som van de eenheden 10 of meer is
dan schrijf ik de waarde van de eenheid in de kolom van de eenheden en tel ik 1 bij de kolom van de tientallen
als ...
Dan aaneenschakeling van stappen en inoefening, evt. schriftelijke stappenlijst (associatieve fase)
bijvoorbeeld: het beslissingsschema voor het toepassen van de dt-regel wordt systematisch gebruikt bij het schrijven van teksten
Tenslotte automatisering (autonome fase)
Procedureel leren: patroonherkenning
= herkennen van patronen van kenmerken in een specifiek concreet geval
Jacqueline ... son histoire (raconter)
Wat is fruit en wat is groente?
Zou dit een Picasso kunnen zijn?
racontait? of a raconté?
Procedureel leren: patroonherkenning
Hoe aanleren?
- Start bij het concreet-aanschouwelijke: voorbeelden
- generalisatie: voldoende diversiteit in de voorbeelden
(leerlingen moeten de gelijkheid in essentiële
kenmerken kunnen ontdekken en de ongelijkheid in
niet-essentiële kenmerken kunnen erkennen)
- discriminatie: geef ook niet-voorbeelden (gelijkend op
de voorbeelden maar verschillend voor minstens 1
essentieel kenmerk)
- Ga dan naar schematisch niveau: laat leerlingen de kenmerken benoemen en ordenen
- Tot slot het abstract niveau: werk samen definitie uit en test ze aan nieuwe voorbeelden
Patroonherkenning - voorbeeld
Lesdoelen : De leerlingen kunnen...
- bij voorbeelden van bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst herkennen of die tot de renaissance behoren.
- aan de hand van kenmerken verantwoorden waarom ze een bepaald gebouw, beeld of schilderij bij de renaissance classificeren.
Fase 1: bestuderen voorbeelden en niet-voorbeelden in 3 groepen:
1: bouwkunst 2: beeldhouwkunst 3: schilderkunst
Elke groep: een bundel prenten renaissancewerken en een bundel met niet-voorbeelden (in sommige kenmerken gelijk aan renaissancewerken).
Opdracht:
1) Wat zie je? Beschrijf per afbeelding wat er valt waar te nemen (onderwerp: wát wordt afgebeeld; opbouw, lijnen; …).
2) Gelijkenissen / verschillen tussen de afbeeldingen in je voorbeelden?
3) Vergelijk de afbeeldingen in je bundel renaissancewerken nu met de afbeeldingen in je bundel niet-voorbeelden : gelijkenissen, verschillen?
Fase 2 : onderscheiden van de wezenlijke en niet wezenlijke kenmerken van renaissancekunst
Plenair inventariseren van de bevindingen + leergesprek
Groepen 1, 2 en 3 rapporteren hun waarnemingen van renaissancewerken. Ze doen dit met behulp van de geprojecteerde afbeeldingen (in powerpoint voorbereid door leerkracht).
De leerkracht noteert hun observaties op het bord in drie kolommen (bouwkunst, beeldhouwkunst, schilderkunst).
Kenmerken die voorkomen op meerdere afbeeldingen van renaissance werken worden onderlijnd.
Op basis van het leergesprek (Wat zijn de kenmerken die de renaissancewerken typeren? Verschillen met niet-voorbeelden?) tracht men te komen tot wezenlijke basiskenmerken: antieke inspiratie, symmetrie, zin voor perfectie, rust – evenwicht – kalmte, overzichtelijke ordening, getrouwe weergave d.m.v. wetenschappelijk perspectief.
Fase 3: omschrijving met inachtneming van essentiële kenmerken: verwerken en structureren
De leerlingen krijgen nu een tekst met een omschrijving en situering van de renaissancekunst (contrast met middeleeuwse kunst, humanisme, herleving van de klassieke oudheid,…) en een omschrijving van basiskenmerken en specifieke kenmerken voor de verschillende kunstvormen. Per 2 maken ze een overzicht:
Basiskenmerk | |||
---|---|---|---|
Bouwkunst | Beeldhouwkunst | Schilderkunst | |
... | ... | ... | ... |
Inoefenen en evaluatie:
Nieuwe voorbeelden worden geprojecteerd. De leerlingen geven aan of het al dan niet renaissancewerken zijn en verantwoorden hun oordeel.
Denk ook aan jouw mini-les
voor Vakdidactiek 1!
Sociaal-affectief : attitudes
drie componenten:
- Cognitief : declaratieve kennis + overtuigingen
- Affectief : gevoelens overeenkomstig overtuigingen
- Gedrag : neiging tot handelen overeenkomstig cognitie en gevoelens
Hoe werken aan attitudes?
Hoe werken aan attitudes?
Cognitief:
- kennis uitbreiden
- waarden en overtuigingen onderzoeken
Affectief:
- analyseren van gevoelens en consequenties ervan
- identificatie met getuigenissen
Gedrag
- oefenen met feedback
Praktijkvoorbeelden
Zie voorbeeld-lesvoorbereiding 'voorbeeld ondersteuning van leerfuncties' op canvas
Zie voorbeeld-lesvoorbereiding 'voorbeeld aanpak begripsleren' op canvas
Strategieën in Mitchell, 2015
Strategie 6 - Cognitieve-strategie-instructie
Strategie 8 - geheugenstrategieën
Consolidatiemoment
2022-2023 Leren en leertheorieën - Cognitivisme
By idlovub
2022-2023 Leren en leertheorieën - Cognitivisme
Een belangrijke leertheorie: aan de hand van inzichten in de wijze waarop het brein informatie verwerkt leren we welke leerfuncties moeten vervuld worden en hoe we dit kunnen ondersteunen. Hou hiermee telkens rekening bij het ontwerpen van leeromgevingen.
- 283