1. Follow-up KLASMANAGEMENT
2. INCLUSIEF ONDERWIJS
Pauze
3. DIFFERENTIATIE
4. UNIVERSEEL ONTWERP (UDL)
Klasmanagement
Naar welk soort gedrag zouden leerlingen verwijzen als ze een leerkracht "te lief" noemen?
Deel jouw ideeën.
Geweldloos verzet, nieuwe autoriteit, verbindend gezag
Verbindend gezag is gebaseerd op de principes van geweldloos verzet en verenigt twee uitersten die schijnbaar niet te verenigen zijn: zowel hiërarchische afstand als relationele nabijheid, zowel een liefdevol anker als heldere grenzen en zowel verzet tegen wat onacceptabel is als geloven in de mogelijkheden van de ander
Rustige werksfeer bereik je het makkelijkst als dominantie en verbinding combineert.
Laat zien dat je dingen opmerkt, neem leiding, organiseer, geef instructies, installeer vaste procedures, structureer de klassituatie, leg uit, houd aandacht
Ondersteun, toon interesse, wees vriendelijk, heb gevoel voor humor, wees zelfverzekerd en vertrouw je leerlingen
Welk gedrag zie jij voor je als je zegt dat leerlingen moeten gekalmeerd worden?
Welke gedrag zie je dat liefst verdwijnen?
Gaat het om instrumentele of frustratie-agressie?
Leonard (2009)
Text
Houd vol.
Verbindend gezag is een basishouding die opvoeders houvast geeft in een tijd waarin twijfel en het gebrek aan eensgezindheid tussen opvoeders heel wat onmacht veroorzaken. Vanuit een volgehouden aanwezigheid: “het is mijn plicht”, “ik kan niet toelaten”, “ik houd vol”. Helpt om te blijven volhouden, ook al zie je niet meteen resultaat. Niet om controle te krijgen over kinderen en jongeren, maar om te handelen overeenkomstig je eigen verantwoordelijkheid en de waarden die jij belangrijk vindt.
Positioneer je in de ruimte: ga je akkoord of niet akkoord?
Een attest dyslexie is nodig om leerlingen meer tijd te geven bij een examen of toets.
Een leerling met een serieuze visuele beperking kan ik niet ondersteunen in mijn lessen.
Ik kan door keuzes in mijn lesontwerp tegemoet komen aan de diversiteit in mijn leerlingengroep.
Wat is voor jou inclusie?
A
B
D
C
(Griful-Freixenet, Struyven, Vantieghem, & Gheyssens, 2020)
Vier paradigma's:
1. Mensenrechten voor personen met een handicap (>1948) inclusie versus exclusie, focus op participatie
2. Personen met specifieke onderwijsbehoeften (>1990) participatie én leren, leerlingen met special needs
3. Gemarginaliseerde groepen (>2000) gelijke onderwijskansen leerlingen uit kansengroepen
4. Hervorming onderwijssysteem for all (>2005) maximale leer- en ontwikkelkansen alle leerlingen
Leerlingen met beperking
Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften
Leerlingen uit gemarginaliseerde groepen
Alle leerlingen
"Een inclusieve leeromgeving is een leeromgeving die kwaliteitsvol onderwijs mogelijk maakt voor alle leerlingen ongeacht beperking, etniciteit, sociale afkomst, taal, gender, … Dit mogelijk maken betekent dat een schoolteam actief de noden ondersteunt zodat alle leerlingen tot maximaal leren en participeren komen op zowel cognitief, sociaal, emotioneel, motorisch en moreel vlak."
- Prestaties én beleving
- Verschillende ontwikkelingsdomeinen
- Alle studenten
Artikel 24 omvat het recht voor personen met een handicap op (inclusief) onderwijs
Percentage van leerlingen in buitengewoon onderwijs
GOK-beleid bestaat uit drie pijlers
Inschrijvingsrecht
Rechtsbescherming
LOP's en Commissie Leerlingenrechten
Ondersteuning
Extra omkadering werkingsmiddelen
De lokale gemeentelijke en stedelijke overheden beslissen of ze al dan niet plaatsen vrijhouden voor ondervertegenwoordigde groepen (max. 20%)
Vertaling van het VN-verdrag naar interne wetgeving
Opent de weg naar inclusief onderwijs
Inclusief onderwijs als eerste optie
Elke school heeft de taak om een zorgcontinuüm uit te bouwen.
De school blijft eigenaar van het zorgtraject van de leerling.
Taak van de school om zorgcontinuüm uit te bouwen
Gericht op minder leerlingen en steeds specifiekere
onder-steuning
Betrekken van meer partners binnen en buiten de school
Gemeenschappelijk curriculum
Positieve en krachtige leeromgeving voor alle leerlingen.
Universeel Ontwerp (UDL) kan deel zijn van brede basiszorg.
Gericht op minder leerlingen en steeds specifiekeree onder-steuning
Betrekken van meer partners binnen en buiten de school
Gemeenschappelijk curriculum
School neemt extra maatregelen indien brede basiszorg niet (meer) of slechts gedeeltelijk volstaat voor een leerling of groep leerlingen (RE-DI-CO-DI's)
Gericht op minder leerlingen en steeds specifiekeree onder-steuning
Betrekken van meer partners binnen en buiten de school
Gemeenschappelijk curriculum
Aanpassingen moeten doeltreffend zijn, evenwaardig, zelfstandigheid vergroten en veilig zijn.
Doel is barrières verlagen, hier en nu.
RE-DI-CO-DI's:
- Remediëren: helpen om bij te benen
- Differentiëren: rekening houden met interesse, leerstatus en leerprofiel
- Compenseren: hulpmiddelen laten gebruiken
- Dispenseren: vrijstellen van onderdeel zonder dat eindcertificering in gedrang komt
Indien de maatregelen in fase 0 en 1 ontoereikend blijken om tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van een individuele leerling.
Gericht op minder leerlingen en steeds specifiekere onder-steuning
Betrekken van meer partners binnen en buiten de school
Gemeenschappelijk curriculum
Vertrekpunten:
- Individuele leerlingenbegeleiding door CLB (informatie- en adviesverstrekking, samenwerking, begeleiding)
- Start HGD-traject door CLB (in kaart brengen van noden leerling en bepalen doelen)
Mogelijke uitkomsten na doorlopen HGD-traject:
- Nood aan versterken fase 0 en 1
- Opstellen van verslag IAC, verslag GC of OV4 verslag (CLB) met mogelijkheid tot aanvraag van leersteun bij leersteuncentrum door school gewoon onderwijs
Indien de fases 0 tot en met 2 zijn doorlopen en als het volgen van het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar blijkt
Gericht op minder leerlingen en steeds specifiekere onder-steuning
Betrekken van meer partners binnen en buiten de school
Gemeenschappelijk curriculum
- Verslag IAC of OV4-verslag vereist (CLB)
- Toegang tot gewoon en buitengewoon onderwijs
- IAC: Doelen op maat van leerling te bepalen (IAC-plan)
- OV4: Zeer intensieve ondersteuningsnood en doorgedreven aanpassingen om het gemeenschappelijk curriculum te volgen
- Mogelijkheid tot aanvragen leersteun bij leersteuncentrum (school gewoon onderwijs)
- je krijgt een visual van het zorgcontinuüm op papier
- vul voor elke fase in hoe dit op jouw school vorm krijgt:
Plicht van de scholen om zich aan te passen aan noden en behoeften van leerlingen.
Een school kan de inschrijving van een leerling ontbinden indien de te nemen aanpassingen niet haalbaar of wenselijk zijn omdat ze niet ‘redelijk’ zijn.
Aanpassingen kunnen onredelijk zijn omwille van:
• De kostprijs van de aanpassing
• De impact die de aanpassing heeft op de school- en klasorganisatie
• Hoe lang en hoe vaak de leerling van de aanpassing gebruik kan maken
• De gevolgen van de aanpassing voor de levenskwaliteit van de leerling
• De gevolgen van de aanpassing voor de omgeving en andere leerlingen
• Het al dan niet ontbreken van gelijkwaardige alternatieven
Zet je in duo of per drie.
- Kies een casus en noteer redelijke aanpassingen.
- Bespreek met elkaar de casussen en stel redelijke aanpassingen voor.
groep
10 minuten
Kies 3 voorbeelden uit.
- Waar speelt de leerkracht op in?
- Welk voorbeeld inspireert je?
Externe differentiatie
Omgaan met verschillen door homogeen te groeperen en verschillend aanbod aan elke groep te voorzien.
Interne differentiatie of binnenklasdifferentiatie
Omgaan met verschillen in heterogene groepen en verschillende behandeling binnen een klasgroep.
Divergente differentiatie
Iedereen naar hetzelfde eindniveau
Convergente differentiatie
Elke leerling individueel zoveel mogelijk vooruitgang
Er is niet één vorm die voor alle leerlingen de beste vorm is. In het secundair onderwijs is er weinig evidentie voor de stelling dat externe differentiatie op basis van competentieniveau de prestaties voor alle leerlingen verhoogt.
Aan de extremen zien we dat
- de laagst presterende leerlingen meer vooruitgang boeken bij interne differentiatie
- de sterkste presterende leerlingen meer vooruitgang boeken bij externe differentiatie
Breed aangetoond dat externe differentiatie op basis van competentieniveau een negatieve invloed heeft op schoolse attitudes, zeker bij laag presterende leerlingen
- groeikansen zien en benoemen
- haalbare, hoge verwachtingen (zone naaste ontwikkeling)
- impact van self efficacy (van leraar, schoolteam en leerling)
- leerprocessen van leerling staan centraal
vs. druk vanuit leerplannen, directie, administratie
Zie School in Partnerschap
Zie autonomie bevorderen, Zelfdeterminatietheorie
Leer'niveau' is momentopname, dynamisch, daarom spreken van 'status'
Variëren in aanpak, waar mogelijk rekening houden met voorkeuren, als nodig leerstrategieën uitbreiden
- Variatie voorzien aan groeperingen, taken, hulpbronnen en strategieën zoals leerlingen een route op maat vinden
- De klasgroep als sociale eenheid, stimuleer vertrouwen en verbinding
- Geen geïndividualiseerd onderwijs of statische groepen
- Belang van opvolging van leervorderingen
- Informatie inzetten om de leeromgeving aan te passen
Inzichten uit architectuur, neurologie, onderwijskunde.
Katja Petry en Elke Emmers (2016)
vorige dia: 3
vorige dia: 1
vorige dia: 2
Gericht op minder leerlingen en steeds specifiekeree onder-steuning
Betrekken van meer partners binnen en buiten de school
Gemeenschappelijk curriculum
OLC klasmanagement:
- Oefenexamenlessen kaders PIL:
woe 13/3 (zie volgende dia) en woe 22/5 online: 14u-16u
- ROH:
ma 11/3 en do 14/3: aankondiging volgt, schrijf je in.
(Voorbereidende opdracht voor SIP: 3 basisteksten lezen)
Tijd om de benen te strekken!