Module 3 - krachtige leeromgeving

Motiveren

Leerlijn pedagogiek en didactiek

Prof. Dr. Nadine Engels

Motivatie

Doelstellingen

 

Je kan bij het ontwerpen en realiseren van onderwijsleer-activiteiten inspelen op de motivatiestructuur:

  • zelfdeterminatie (autonomie, verbondenheid, competentiegevoel) van leerlingen bevorderen;
  • beheersingsgerichte doeloriëntatie bevorderen;
  • zinvolle en uitdagende leerdoelen stellen;
  • zelfvertrouwen van leerlingen versterken;
  • oplossingen bedenken voor motivatieproblemen in de klas;
  • theoretische kaders over motivatie herkennen in concrete situaties;
  • toelichten op basis van welke theoretische kaders je zelf tracht in te spelen op motivatiestructuur.

We stappen de biologieles binnen

Maak kennis met ...

HELEEN, die niet eens aan de opdracht begint. "Ik snap er niks van." "Veel te moeilijk." Als ze een juist antwoord voor je heeft, zegt ze dat ze 't geraden heeft. Staart meestal voor zich uit.

SANDRA, die voor iedere stap die ze doet eerst jouw zegen wil. Ze kreeg ooit een bonus omdat haar schets van het verteringsstelsel zo mooi was ingekleurd. Nu is iedere schets een kunstwerk. Als het niet voor punten is, is ze niet geïnteresseerd in het werk

TOMMY die waarschijnlijk meer weet over deze opdracht dan de leraar. Hij leest zich te pletter maar geeft nooit huiswerken (tijdig) af. Blij met een zesje waarvoor hij geen moeite moet doen.

We stappen de biologieles binnen

Maak kennis met ...

DANIELA die alweer doet alsof ze werkt maar die, zodra je de rug draait, de taak belachelijk maakt en tracht af te schrijven van anderen. Ze wil liever niet zélf proberen want als ze faalt, houdt iedereen haar voor 'dom' - denkt ze.

SERGE die het meestal wel goed doet, maar die 'niks meer weet' zodra hij in de klas een vraag krijgt. Thuis verwachten ze dat hij geneeskunde gaat studeren maar daar lijkt het momenteel niet naar...

Ieder van hen heeft met minstens één probleem met een aspect van motivatie

1. Doelen en keuzes in het leven

2. Kunnen beginnen aan een taak (versus uitstelgedrag)

3. De intensiteit van de betrokkenheid

4. Kunnen volhouden en doorzetten

5. Emoties en gedachten bij het leren

 

Heb je alvast hypothesen over het probleem van Heleen, Tommy, Sandra, Daniela en Serge?

Een voorlopig antwoord...

Heleen heeft het moeilijk om eraan te beginnen (2) en voelt zich verslagen  en hulpeloos (5)

Tommy  duikt meteen in het werk (2) zolang het zijn eigen keuze is (1). In dat geval is hij ook betrokken (3) en volhardend (4) en geniet hij van de taak (5).

Sandra maakt goede keuzes (1), begint meteen (2) en zet door (4) maar is weinig betrokken (3) en vindt er weinig plezier in (5)

Daniela maakt geen slimme keuzes (1), vertoont uitstelgedrag (2), engageert zich niet (3) en geeft gemakkelijk op (4) omdat het haar zoveel zorgen baart hoe anderen over haar denken (5).

Serge's probleem heeft te maken met wat hij denkt en voelt bij schoolwerk (5). Zijn angst zorgt ervoor dat hij niets durft wagen en dat versterkt die angst nog meer.

Wat drijft ons ...?

Intrinsieke motivatie

De activiteit zelf wordt ervaren als bevredigend en lonend.

 

 

 

Locus = intern

Extrinsieke motivatie

De opbrengst van de activiteit (punten, straf vermijden, iemand plezier doen, ...) is de drijfveer om zich in te zetten.

 

Locus = extern

Een klassieke tweedeling

Geen extremen van eenzelfde continuüm !

Het ene sluit het andere niet uit.

5 algemeen theoretische benaderingen

 

Behavioristisch                stimulansen en beloningen

                                           

Humanistisch                  behoefte tot zelfverwezenlijking

                                           behoefte aan zelfdeterminatie

                                           

Cognitief                           steunt op vertrouwen in actieve

                                           doelgerichtheid

                                           doelen, verwachtingen, attributies

                                           

Sociaal cognitief              motivatie = verwachting dat men het

                                           doel kan bereiken x waarde van doel

 

Sociocultureel                  'learning community' waartoe men  

                                           behoort = sterk bepalend 

Humanistisch

Zelfdeterminatietheorie

Relevante auteurs:

Edward Deci & Richard Ryan (Univ. of Rochester)

Vlaanderen: Maarten Vansteenkiste (Univ. Gent)

Bouwt op drie belangrijke basisbehoeften:

Bron: M. Vansteenkiste

Zelfdeterminatietheorie

Bron: M. Vansteenkiste

Zelfdeterminatietheorie

Motiverende lerarenstijl binnen zelfdeterminatietheorie

Bron: M. Vansteenkiste

Motiverende lerarenstijl binnen zelfdeterminatietheorie

Autonomie-ondersteuning

Betekenisvolle uitleg om bereidheid tot medewerking uit te lokken (inspelen op wat kan boeien: belevingswereld, actualiteit)

 

Informatief i.p.v. dwingend taalgebruik. (Vervang 'moeten', 'verwachten', 'ontgoochelen', ... door 'kunnen', 'voorstellen', 'willen', ...)

 

Bied keuzes en moedig inspraak aan over de wijze waarop iets zal worden aangepakt

 

(! Onbeperkte keuzevrijheid kan verlammend zijn. Beperk en help evt. kiezen.)

 

Merk weerstand op ("Ik snap dat je er geen zin in hebt. Wat als je nu eens...")

 

Motiverende lerarenstijl binnen zelfdeterminatietheorie

Competentiegevoel versterken

 

Structuur bij autonomie : regels afspreken (duidelijke verwachtingen), inhoudelijke ondersteuning bij het leren

 

Differentiëren in de mate van structuur en ondersteuning bieden

  • stappenplan
  • tips
  • werkpunten aangeven
  • uitdagende taken

 

Vertrouwen en hoge verwachtingen uitspreken

 

Waarderende feedback

Motiverende lerarenstijl binnen zelfdeterminatietheorie

Verbondenheid creëren

 

Toon betrokkenheid en interesse in het welzijn

 

Geef gelegenheid om elkaar te leren kennen

 

Stimuleer wederzijds hulp bieden

 

 

Motiverende lerarenstijl binnen zelfdeterminatietheorie

AUTONOMIE-ONDERSTEUNING IS GEEN LAISSEZ-FAIRE !

 

Biedt structuur door goede communicatie van grenzen en vrijheden

Voorbeeld resultaten motiverende lerarenstijl

Bron: M. Vansteenkiste

Cognitief

Doelen - verwachtingen - attributies

Belang van doeloriëntatie

Beheersingsgerichte klas Prestatiegerichte klas

- gericht op iets nieuws leren, vooruitgang

- fouten zijn interessant om van te leren

- individuele vorderingen in bekwaamheid staan centraal
- gericht op hoge cijfers, prestaties in vergelijking met anderen, ...

- fouten zijn bewijs van gebrek aan bekwaamheid

- absolute prestaties op toetsen, examens, ... staan centraal

Belang van doeloriëntatie

Gevolgen
beheersingsgericht
Gevolgen
prestatiegericht
- positiever attitude t.a.v. leren

- meer gericht op 'begrijpen'

- bewerken en organiseren leerstof beter
- meer extrinsieke motivatie

- meer gericht op memoriseren

- eerder gericht op herhalen - inprenten

Belang van doelen stellen  (waardecomponent)

Om beginnen, doorzetten, intens focussen te stimuleren

 

 

Welke doelen?

- Als zinvol gepercipieerd  (minstens identificatie met)

 

- Voldoende specifiek (maatstaf om succes af te meten)

 

- Uitdagend maar haalbaar op redelijke termijn

                                   leraar moet inschatten voor wie het traject

                                   best in étappes wordt opgedeeld

Overtuigingen en verwachtingen t.a.v. zichzelf

  • Kan ik dit? Ben ik hier goed in?
  • Is het de moeite waar dat ik inspanning doe?
  • Zal mijn inspanning iets opleveren?
  • Staat de inzet die nodig is in verhouding tot de waarde van het te bereiken doel?

                                               

Wat speelt nog?

  • opvattingen over wat leren is en waartoe men leert op school

 

  • opvattingen over bekwaamheid (statisch - dynamisch)            
  • opvattingen over oorzaken van slagen en mislukken                 

Verwachtingscomponent

LOCUS STABILITEIT CONTROLEERBAARHEID
bekwaamheid intern veranderlijk? controleerbaar?
inspanning intern veranderlijk controleerbaar?
moeilijkheid extern veranderlijk niet controleerbaar
geluk/pech extern veranderlijk niet controleerbaar

Meest lonend attributiepatroon:

Ik doe het goed => Ik ben bekwaam

Ik heb het niet goed gedaan => Ik moet me meer inspannen

Attributie met neerwaartse spiraal zelfvertrouwen & inzet:

Ik heb het goed gedaan => makkelijk of geluk gehad

Ik doe het niet goed => Ik ben niet bekwaam

sociaal-cognitief

Theoretisch uitgangspunt sociaal-cognitieve theorie

Motivatie = verwachtingen X waarde v.h. doel

Text

Vertrouwen in bekwaamheid

+ doel is de moeite waard

= hogere inzet en effectieve leerinspanningen

 

 

 

 

 

 

Afweging van de leerling:

Resultaat = bekwaamheid X inspanning

Als resultaat laag en inspanning hoog --> bekwaamheid laag

 

Om zelfwaarde hoog te houden: liever lui dan dom

 

Hoe sleutelen aan zelf-verwachtingen van leerlingen?

 

Leervorderingen benadrukken

 

Appreciëren van inzet

 

Aanmanen tot harder werken heeft weinig effect

 

Als leraar een growth mindset hanteren: bekwaamheid is veranderlijk

 

Stel verwachtingen hoog t.a.v. iedere leerling

Angst

bij inschatten leertaak

verlammend

 

niet kunnen beginnen

 

negatieve gedachten

=> inefficiënte aanpak

 

blackout

Creëer veilige leeromgeving

goed georganiseerde klas

 

coöperatief i.p.v. competitief

 

hoog-angstigen ook succes laten ervaren

 

structuur bieden voor degenen die het nodig hebben

 

vermijd accent op fouten en punten

Pas toe

Groepen van 3 - 4

 

Haal een eigen demotivatie - 'case' uit je praktijk

 

Beschrijf

 

Diagnostiseer - welke hypothesen zou je kunnen toetsen?

 

Wat kan je doen? (Maak je gebruik van pas verworven inzichten)

Ondersteunende literatuur

  • Tekst bij de slides van het thema motiveren

  • Vansteenkiste, M., Sierens, E., Soenens, B., Lens, W. (2007), Willen, moeten en structuur in de klas: over het stimuleren van een optimaal leerproces.

 

 

 

SYNTHESE

Een krachtige leeromgeving :
welk soort kennis is van belang?

Domeinspecifiek

  –Goed georganiseerd en flexibel kennisbestand

  –Leerstrategieën

Metacognitief

  –Kennis over wat werkt

  –Vaardigheden: actief en bewust oriënteren, plannen, bewaken, evalueren, strategieën inzetten

Affectief

  –Zelfvertrouwen

  –Motivatie

  –Controle over handelen en emoties

Constructief

•Creëer omgeving waarin lln gestimuleerd worden zélf kennis op te bouwen

•Actief leren! Ruimte voor zelfstandige exploratie, projecten, leertaken, …!

Cumulatief

•Laat voorkennis expliciteren en bouw erop voort

•Lok cognitieve conflicten uit als voorkennis onjuist is

Zelfgestuurd

•Medieer en begeleid waar nodig; geef autonomie waar mogelijk

Doelgericht

•Zorg dat lln zich ten minste identificeren met de leerdoelen

Gesitueerd (contextgebonden)

•Bed waar mogelijk je leerstof in in levensechte situaties, casussen, …

 

Een krachtige leeromgeving : kenmerken

Interactief en coöperatief

•Creëer situaties die interactie, communicatie, samenwerking toelaten

Individueel verschillend

•Differentieer naar bekwaamheden, behoeften, motivatie

•Voorzie een grote verscheidenheid aan hulpbronnen en materialen

Survivalkit klasmanagement

Groepsdynamische fasen Tuckman

FORMING

Kennismaken en veiligheid creëren

Verwachtingen en regels helder maken

Rust en structuur: positief samenwerkend leiderschap

 

STORMING

Positief controle houden (cf. shaping)

Ordeverstoringen onmiddellijk maar 'klein' aanpakken

Machtstrijd vermijden: benoem en parkeer voor later

Blijf investeren in klasklimaat: verbindende activiteiten

 

Motiveren

By idlovub

Motiveren

Onze motivatiestructuur zit best wel complex in mekaar. Wat beweegt ons om te leren? Wanneer vinden we het de moeite waard om ons in te zetten? Wat maakt dat we initiatief nemen, de moed niet verliezen, ...? Hier worden enkele handvatten aangereikt om stimulerend op de motivatiestructuur van leerlingen in te spelen.

  • 1,774