krachtige leeromgeving

ONDERWIJS ONTWERPEN: EEN DIDACTISCH REFERENTIEKADER

 

Didactisch referentiekader

LEERDOELEN

  • genuanceerd beeld schetsen van de beginsituatie van een klasgroep en omschrijven hoe die positief benut kan worden om leerprocessen te verrijken
  • doelstellingen in verschillende domeinen (cognitieve en meta-cognitieve, (psycho-) motorische, en sociaal-affectieve) onderscheiden;
  • leerdoelen op taxonomisch verschillende inhouds- en gedragsniveaus onderscheiden (taxonomieën van Bloom en van Romiszowski);
  • in onderwijsleeractiviteiten een breed perspectief op vorming hanteren en leerdoelen van verschillende domeinen en op verschillende inhouds- en gedragsniveaus nastreven;
  • operationele gesloten en open leerdoelen formuleren rekening houdend met leerplannen en eventueel schoolwerkplannen en daarbij rekening houden met de beginsituatie van de doelgroep.
  • beginsituatie, doelstellingen, inhouden, werkvormen en evaluatie op mekaar afstemmen en die ‘didactische congruentie’ verantwoorden

lessen ontwerpen

  • voor ieder die in zijn/haar beroep moet ontwerpen - of het een architect, grafisch designer, ..., of leraar is - ... creatief zijn en een goed probleemoplosser, en passie en inzet helpen altijd
  • zonder inzicht in basisingrediënten en structuren voor een goed ontwerp kan het echter niet
  • we herhalen en verdiepen in dit onderdeel die basisingrediënten en een referentiekader voor het ontwerpen van leeromgevingen

Bekijk eerst deze kortfilm

De 3 fragmenten sluiten op elkaar aan en duren samen 19 minuten.

Noteer bij het kijken voor jezelf:

  • op welke niveau van leerkracht-denken (level 1,2,3) zat je zelf te redeneren over het presteren van Susan en Robert?
  • 3 inzichten over kennis verwerven / leerprocessen?
  • wat heb je geleerd over doelstellingen en waaraan je in je lesontwerp aandacht moet schenken opdat die doelstellingen ook zouden bereikt worden?

Constructive "alignment"

  • In de kortfilm werd je gewezen op een belangrijke driehoek

leerdoelen

leer-

activiteiten

evaluatie

  De kernboodschap over "alignment"  zit in de pijlen: Wat de student moeten kunnen (leerdoelen) is datgene wat ook moet getoetst worden (evaluatie) en dus datgene dat tijdens de leeractiviteiten aan bod moet komen.

Constructive "alignment"

​​Leerdoel: planten kunnen identificeren m.b.v. een flora

Leeractiviteit: in duo's aan de hand van bladeren en bijhorende foto's planten identificeren met een flora + leergesprek

Evaluatie: meerkeuzevragen - de juiste naam herkennen bij foto's van planten ​​

Zoek de fout in de voorbeelden en verbeter ze

Leerdoel: inhoudelijke prioriteiten, tijd/ruimte besteed aan onderwerpen, taalgebruik, en gebruikt beeldmateriaal in verschillende media vergelijken en in verband brengen met beoogd doelpubliek

Leeractiviteit: klas verdeelt zich in 4 groepen naargelang hun voorkeur voor 1 van de 4 kranten die de leraar bij heeft; ze verantwoorden in de groepjes hun voorkeur aan de hand van voorbeelden uit de krant; dan verdedigt ieder van de groepen de krant van hun voorkeur

Evaluatie: taak: nieuwsuitzending van 2 tv-zenders bekijken op eenzelfde dag, en vergelijken aan de hand van criteria 'inhoudelijke prioriteiten, tijd besteed aan onderwerpen, taalgebruik en aard van beeldmateriaal'.

Leerdoel: de wet van Archimedes kunnen uitleggen en toepassen

Leeractiviteit: leraar demonstreert zinken, zweven en drijven & legt uit met wet van Archimedes

Evaluatie: open vragen: met welke formule berekenen we de archimedeskracht? van welke factoren is de archimedeskracht wel/niet afhankelijk?​

 

Casus

Mevr. Vanderstappen gebruikt graag serious games en levensechte opdrachten om leerlingen ‘historisch bewust’ te maken. ‘het perspectief van vluchtelingen tijdens hun vlucht uit het thuisland kunnen beschrijven; kwalitatieve data verzamelen over toekomstperspectieven van jonge vluchtelingen.’ lezen we bij de doelstellingen van haar les. Haar leerlingen spelen het PeaceCraft spel via hetwelk ze de reis van 2 vluchtelingen kunnen beleven door virtueel in hun smartphone te stappen. Dan gaan ze via een organisatie in gesprek met jonge vluchtelingen en maken ze een reportage (video of audio naar keuze) die ze indienen via smartschool.

Voor de toetsing kiest Mevrouw Vanderstappen voor schriftelijke toetsen met open en gesloten vragen (‘Vink in het volgend lijstje aan uit welke 3 thuislanden de meeste vluchtelingen naar België kwamen in 2019’; ‘Wat is een staatloze?’; …). Na gelijkaardige ervaringen met enkele thema’s, zijn de leerlingen steeds minder bereid om zich voor de leeractiviteiten te engageren …

"Constructive" alignment

Ook het adjectief "constructive" kreeg aandacht in de kortfilm 

(1) we construeren nieuwe kennis aan de hand van de kennis die we al bezitten

(2) kennis wordt door de lerende geconstrueerd via de activiteiten die hij/zij uitvoert; niet via 'overdracht' van wat de leraar uitvoert

=> Beginsituatie inschatten!

=> Werk- en groeperingsvormen die actief leren activeren!

EEN KLEINE STAP NAAR EEN DIDACTISCH MODEL

Wat je al zag in "Leren van individuele leerlingen":

Een kleine stap naar een didactisch model

​Dit model biedt je een basis(!)stramien om je les voor te bereiden

- welke leerinhouden kies je om de lesdoelen te bereiken?

- welke leeractiviteiten zijn het meest geschikt om die lesdoelen te bereiken?

- wat doe je klassikaal, in kleine groepen, in duo's, individueel?

- welke leermaterialen / media zijn daar voor nodig? en hoe wil je het efficiënt organiseren?

De leerdoelen (wat moet de leerling/student/cursist kunnen als resultaat van leeractiviteiten?) zijn sturend voor de keuzes die je maakt:

Lesdoelen leid je af uit de curriculumdoelen voor de groep waaraan je lesgeeft (bijv. eindtermen, leerplannen) maar ze moeten ook afgestemd zijn op wat die lerenden al kennen en kunnen. Evaluatie (beginsituatie, leervorderingen, leerproces, ...) loopt daarom als een rode draad door het model.

Samenhang in het didactisch model

in een notendop

Later werken we specifieke componenten van het didactisch model nog verder uit.

In onderstaande slides krijg je al een ruwe schets van de samenhang.

Voor de goede orde: er zijn heel wat didactische modellen in omloop. Hieronder afbeeldingen van enkele welgekende in ons taalgebied.

Model didactische analyse, Van Gelder (1971)

Model van De Corte, Geerligs, Lagerweij, Peters & Vandenberghe (1976) 

beginsituatie

= wat de individuele lerende en de leergroep al bezit aan voorkennis, ervaringen, ...

+ welke individuele sterktes van lerenden er zijn die je zou kunnen benutten

+ overtuigingen, emoties, motivatietoestand van lerenden

leerdoelen

= omschrijving van wat de leerling/student/cursist moet kunnen als resultaat van het leerproces

 

-  verschillende domeinen: cognitief, sociaal-affectief, (psycho-)motorisch, meta-cognitief

- verschillende diepgang (feitenkennis ≠ conceptuele kennis  verbanden tussen concepten ≠ ...)

- verschillende gedragsniveaus (iets kunnen reproduceren ≠ iets begrijpen ≠ kunnen toepassen ≠ zelf creëren ≠ ...)

 

! afhankelijk van de beginsituatie

 

Leerdoelen        en...

In de leerdoelen zit meestal - maar niet altijd - een verwijzing naar de leerstof (de concrete informatie waaraan men leert).

 

"De leerling kan met behulp van de transformaties van functies de grafiek van y=a(x-p)2 +q opbouwen"

 

"De leerling kan gericht informatie uit teksten voor een onbekend publiek selecteren en ordenen."

leerinhoud

Het tweede voorbeeld laat keuzeruimte w.b. de leerstof. Leerlingen kunnen informatie selecteren en ordenen uit een praatprogramma, een kookprogramma, het journaal, ...

Er kan gedifferentieerd worden naar interesse!

De geselecteerde leerinhoud is een middel om de leerdoelen na te streven

van leerdoelen

Werkvormen / leeractiviteiten

Didactische werkvorm = acties van de leraar  om leren uit te lokken (interactief uitleggen, demonstreren, leerlingen elkaar iets laten uitleggen, oplossingswijzen laten vergelijken, een brainstorm houden, ...)

 

Leeractiviteiten = gedrag dat de leerling inzet om tot leren te komen.

 

Essentieel: congruentie tussen gedragsniveau van de leeractiviteiten en beoogd gedragsniveau in leerdoelen !

naar keuze van...

De beginsituatie

is ook hier van invloed. Leerlingen verschillen in wat ze nodig hebben om tot leren te komen. Voor iedereen hetzelfde, met dezelfde uitdagingen, aan het zelfde tempo is niet noodzakelijk optimaal!

Denk erover hoe je de verschillen kan waarderen en benutten, hoe je kan inspelen op verschillende behoeften aan ondersteuning.

werkvormen in combinatie met ...

Groeperingsvorm

 

Hangt samen met de werkvorm.

Individueel, met twee, in kleine groepen of klassikaal?

Kies gericht.

 

(Deel het aantal nuttige minuten van je les door het aantal leerlingen en je kent meteen de maximale spreektijd per leerling bij klassikaal werken.)

 

 

Leermateriaal & media

 

Van foto's, filmpjes, 3D-modellen, ... tot zelfstudiepakketten, boeken, werkblaadjes, webquests, uitgewerkte voorbeelden op papier of op computer.

Evaluatie als de rode draad...

Evaluatie (de oranje balken in het model) loopt  als een rode draad doorheen proces van onderwijs ontwerpen.  

Waarom?

Meerdere betekenissen

- Testen  --     van het latijnse 'testum'

                = instrument om de zuiverheid van

                       metalen te beoordelen

                --    Meting, objectieve vaststelling

                Evalueren VAN het leren

- Assessment -- van het latijnse 'assidere'

                       = zitten naast iemand

                        -- Diagnose, begeleiding,

                       groeipotentieel, gericht op

                       leerproces

                        Evalueren OM te leren

Evaluatie als de rode draad...

! "What you test is

    what you get"


Aligneer met leerdoelen & leeractiviteiten


Waarom?

- Evaluatie OM te leren

     - beginsituatie inschatten                       proces

     - onderwijs-leerproces bijsturen            &

     - feedback geven                                      product

 

- Evaluatie VAN het leren

     - eindresultaat beoordelen                   product

 

Later meer over evaluatie

De beginsituatie van de leergroep

De diversiteit in leergroepen heeft vele gezichten. De vele perspectieven en kansen breed observeren en in kaart brengen laat je toe om er positief gebruik van te maken

Elementen van beginsituatie

 

  • Voorkennis voor lesonderwerp
  • Ervaringen van leerlingen waarop je kan inspelen
  • Sociaal-dynamisch functioneren van de groep
  • Interesses van leerlingen
  • Sterktes die kunnen benut worden
  • Welbevinden van de leerlingen
  • Zelfsturing
  • Specifieke zorgbehoeften
  • ...

 

Breed observeren ... waarom?

Onderwijs slaat beter aan als het aansluit bij

- interesses

- wat leerlingen kunnen (ruim!)

- hoe ze leren

- en waaraan ze behoefte hebben

 

 

! invalshoek: beter vertrekken vanuit wat lln kunnen dan vanuit niet-kunnen

Kijken en opnemen wat we zien, doen we selectief.

(Eigen referentiekaders, gevoeligheden, verwachtingen, ...)

 

 

Daarom ... gepland en gericht,

op verschillende momenten,

in verschillende omstandigheden,

door meerdere personen

Breed observeren ... waarom?

  • de persoon achter de leerling zien
  • verwachtingen positief bijstellen
  • kennis die je kan gebruiken om sterktes van leerlingen in te zetten bij de leeractiviteiten, te motiveren, groepen in te delen, ...

Breed observeren ... wat?

Op basis van ervaring ontwikkel je een brede kijk. 

Aanvankelijk kunnen volgende tools van steunpunt diversiteit en leren je helpen.

Check voor jezelf in welke mate je al breed observeert.

http://old.steunpuntdiversiteitenleren.be/sites/default/files/screening_breed_verkennen.pdf

Niet alleen de diversiteit in samenstelling van je klasgroep is relevant.

Het is minstens zo interessant te zoeken naar wat leerlingen gemeenschappelijk hebben, wat hen bindt (interesses, vaardigheden, ...

http://www.diversiteitactie.be/diversiteit/leren-in-diversiteit

Een doordenker *

Heeft een portretterende klassenraad zin?  (Bron: www.klasse.be)

* Steunpunt Leren en diversiteit - DIVA

Klasse vraagt het aan Lucas De Cocker, hoofdlector lerarenopleiding van de Hogeschool Gent.

“Straks zijn de portretterende klassenraden er weer. Nog voor een leerling in mijn klas zit, weet ik wat zijn

zwakke vakken zijn, of hij een gezondheidsprobleem of leerstoornis heeft, een luiaard, vechtersbaas of fijne

gast is. Wat voor nut heeft dat? Kan

ik niet beter elke leerling zelf ontdekken?” (Karel, leraar tso)

Lees het volledig interview hieronder.

Daarna bedenk je pro's en contra' vanuit verschillende perspectieven.

1. Is zo’n portretterende klassenraad nodig? “Een portretterende klassenraad is niet echt noodzakelijk als de echt belangrijke en vertrouwelijke informatie over de leerlingen voldoende gedocumenteerd is in het leerlingendossier. Beperk je het best tot de vroegere schoolresultaten, noodzakelijke gezondheidsinformatie (diabetes, epilepsie ...), fysieke beperkingen en door ‘derden’ geattesteerde info zoals dyslexie, dyscalculie, ADHD en andere leerstoornissen.”

2. Wanneer hou je zo’n klassenraad het best? Meteen bij de start van het schooljaar of na enkele weken? “Als je een klassenraad beperkt tot de essentiële gegevens, dan hou je die het best vóór het begin van het schooljaar. Zo kunnen leraren meteen aangepast omgaan met bijvoorbeeld een leerling met een leerstoornis. Wanneer een leraar na enkele weken de indruk krijgt dat een bepaalde leerling specifiek gedrag stelt – of juist niet –

dan kan hij dat checken bij de leraar van het vorige jaar, de zorgleraar en/of de leerlingenbegeleider.”

 

3. Vertel je meteen dat de leerling een vechtersbaas, luiaard of pestkop is of een drugsverleden heeft?Dat is niet meteen relevante info. Behalve als de leerling een verleden heeft van pakweg zeer agressieve reacties die echt fysiek bedreigend kunnen zijn voor medeleerlingen of de leraar. Een leraar start het best zo onbevooroordeeld mogelijk met zijn nieuwe leerlingen. Zelfs al vertoonde een leerling in het voorbije jaar ‘storend’ gedrag, dan nog verdient elke leerling elk jaar een nieuwe kans. Het gevaar van selffulfilling prophecy is niet te onderschatten. Je bent als leraar automatisch geneigd om gedrag van je nieuwe leerlingen in de context te plaatsen van wat je verteld is en daarbij je verwachtingen (al dan niet terecht) bij te stellen.”

 

4. Kunnen we wel van een wit blad vertrekken, is dat geen utopie?

“Los van het ‘gestructureerde’ moment waarop info van een leerling wordt doorgegeven, gebeurt er een even grote labeling van de leerlingen door spontane commentaren in de lerarenkamer. Zo krijgen leerlingen een imago. Het is moeilijk om je als leraar niet te laten beïnvloeden. Maar daar zit ook je professionaliteit: je moet je voortdurend afvragen welke info relevant is voor je klaspraktijk en welke niet. Leraren hebben trouwens zelf vaak te kampen met vooroordelen. Ouders en leerlingen vangen geruchten op over hen. Daardoor krijgen ook leraren soms een imago dat verkeerde verwachtingen schept. Een imago dat zichzelf in stand houdt en waar je als leraar moeilijk vat op krijgt.”

 

Er zijn zes denkhoeden

  • Zet je denkbeeldige denkhoed op (beschrijvingen infra)
  • Bedenk argumenten voor en tegen portretterende klassenraden. Hou het belang van breed observeren voor ogen. Afhankelijk van je denkhoed zal je dit belangrijk vinden of niet.

Je kan dit individueel doen maar de oefening wordt rijker als je werkt in groepen van 6: ieder een andere denkhoed.

  • Discussieer met groepsgenoten over zin of onzin van portretterende klassenraden (houd je denkhoed op!)
  • Rapporteer struikelblokken, discussiepunten, en waarover men het eens was
  • Zet de denkhoeden af en tracht tot een consensus te komen over de wijze waarop breed observeren te verenigen is met klassenraden.

de hoeden

* Steunpunt Leren en diversiteit - DIVA

Discussieopdracht

 

Groepen van 4

Ieder neemt één rol: leerkracht A, B, C, leerlingbegeleider

 

Individueel antwoord op vragen bij eigen casus

 

Casus + antwoorden aan elkaar voorleggen, anderen geven commentaar, aanvullingen, alternatieven

 

Leerlingenbegeleider geeft bijkomende info

 

casus opnieuw bekijken met deze info

Title Text

Wat komt er in jouw kijkwijzer voor de opdracht 'beginsituatie'?

Tenminste voor één van de klassen waaraan je lesgeeft / mede-lesgeeft (co-teaching), o.b.v. observatie, informele gesprekjes, overleg met mentor

  • een genuanceerd en veelzijdig beeld  van de diversiteit in de klasgroep
  • van behoeften en welbevinden
  • van de wijze waarop de groep sociaal-dynamisch functioneert (status lln in de groep, leidersfiguren, relaties, ...)
  • van talenten van lln die je zou kunnen benutten

 

  • en een vooruitblik op de wijze waarop je de diversiteit zou kunnen benutten om de leerprocessen te verrijken

Doelstellingen

Evaluatie

Leerdoelen formuleren

 

Altijd in termen van wat de leerling moet kunnen als resultaat van het leerproces

Gesloten of open

  • "de werking van de microscoop kunnen uitleggen"
  • "een toeristische zoektocht door Antwerpen kunnen ontwerpen"

Gericht op product of proces

  • "wiskundige vraagstukken van het type ... kunnen oplossen"  = product
  • "bewust en stap voor stap een heuristiek voor probleemoplossing kunnen inzetten" = proces

In diverse domeinen: cognitief, sociaal-affectief, (psycho)motorisch, metacognitief

Op verschillende gedragsniveaus (zo meteen)

Gesloten doelen

 

conditie

minimumprestatie

waarneembaar gedrag

inhoud

Open doelen

 

Een opiniestuk schrijven over een tragedie van Shakespeare

 

Een debat voeren over evolutietheorie en intelligent design

 

kan geconcretiseerd worden, bijv. bij debat:

- zich open stellen voor ideeën van anderen

- doorvragen om de positie van anderen te begrijpen

- correcte interpretatie van evolutieleer in argumentatie

- bewust zijn van kracht en beperkingen wetenschappelijke theorieën...

Leerdoelen formuleren

 

De gedragsniveaus en domeinen

 

Taxonomieën om ons perspectief op doelen te verbreden

2 voorbeelden van taxonomieën (zie doc op pointcarré)

  • Taxonomie van Bloom 
  • Taxonomie van Romiszowski

 

 

Taxonomie Bloom

Gedragsniveaus

  • Onthouden          ->herkennen, opsommen, definiëren, ...
  • Begrijpen              ->toelichten, voorbeeld geven, samenvatten, ...
  • Toepassen            ->oplossen, juist gebruiken, ...
  • Analyseren           ->verschillen zien, verbanden zien, ontleden, ...
  • Evalueren             ->fouten zien, beoordelen, effectiviteit nagaan,...
  • Creëren                ->bedenken, ontwerpen, maken, ...

 

Soorten kennis

  • feiten
  • begrippen
  • procedures
  • metacognitie

De taxonomie van Bloom werd gebruikt voor de nieuwe eindtermen

Aanvulling

Affectieve doelen (Krathwohl, Bloom & Masia, 1964)

Ontvangen

Openstaan voor anderen en voor opvattingen, gedrag, informatie, ...; luisteren; informatie opnemen.

Reageren

Reageren op de omgeving, op opvattingen, gedrag, gebeurtenissen,  informatie,...; interesse tonen; actief deelnemen aan gesprekken, discussies, ...

Waarderen

Aandacht hebben voor waarden, opvattingen, ...; eigen voorkeuren en waarden ontwikkelen en uiten.

Organiseren

Handelen vanuit een geïnternaliseerd kader van persoonlijke voorkeuren, waarden, opvattingen maar waarbij integratie en balans nog aandacht vragen.

Consistent handelen

Consistent en authentiek handelen in harmonie met een geïnternaliseerd en geïntegreerd persoonlijk waardenkader.

Aanvulling

Psychomotorische doelen (Dave, 1970)

Imiteren

Een vaardigheid observeren en nadoen.

Oefenen

Een vaardigheid verbeteren door instructies op te volgen en te oefenen.

Verfijnen

Een vaardigheid door herhaling en verfijning van de uitvoering, zelfstandig en op hoog niveau kunnen uitvoeren en demonstreren.

Combineren

Een vaardigheid in een andere vorm toepassen, nieuwe aspecten toevoegen, integreren met andere vaardigheden, of afstemmen op de situatie.

Automatiseren

Een vaardigheid, in combinatie met andere vaardigheden, geautomatiseerd toepassen waardoor er ruimte ontstaat voor nieuwe/andere aspecten.

Taxonomie Romiszowski - oog voor verschillende domeinen

Opdracht toepassing didactisch referentiekader


Lesvoorbereiding met niet goed geformuleerde lesdoelen. Verbeter de lesdoelen zodanig dat ze operationeel zijn geformuleerd. Gebruik taxonomieën.


Lees beginsituatie. Genoeg informatie over individuele sterktes, interesses, noden, … van de verschillende leerlingen?


Lesopbouw. Leeractiviteiten congruent met  lesdoelen?


Hoe evalueren of de lesdoelen werden bereikt?

https://vub-my.sharepoint.com/:f:/g/personal/nadine_engels_vub_be/Ej0PoNOiFuZMnz_w1BT0k4EBwDq2PW5qSNDuKc9yK9psuw?e=fZPub9

In het mapje:

30 minuten in breakout-room per cluster

Duid een woordvoerder aan die daarna plenair in vijf minuten de antwoorden van de groep op de vragen pitcht

Didactisch Referentiekader

By idlovub

Didactisch Referentiekader

Hier krijg je een overzicht van de didactische componenten van een les (beginsituatie, doelstellingen, leerinhoud, leeractiviteiten en werkvormen, evaluatie) en het belang van de congruentie tussen deze componenten. Je vindt ook de nodige informatie voor een eerste portfolio-opdracht: het in kaart brengen van de beginsituatie van een leergroep.

  • 2,246