Module 2
Leerlijn vakdidactiek talen
Woensdag 11 oktober
Te kennen examenleerstof
Opdracht
Verbanden leggen
Hyperlink
WEGWIJS IN DE SLIDES
DE WEGWIJZERS
1
Lesoverzicht
ONDERWIJSNETTEN EN TAALAANBOD
STUDIE EINDTERMEN
LEERPLANSTUDIE
WEEK 4
LESOVERZICHT
BENADERINGEN TAALONDERWIJS
AANSLUITING BIJ WEEK 3
LESOVERZICHT
De stellingen m.b.t. taalonderwijs en jullie opvattingen hieromtrent.
AANSLUITING BIJ WEEK 3
LESOVERZICHT
De theoretische inleiding inzake het ontwikkelen van een curriculum.
PROBLEEMSTELLINGEN
LESOVERZICHT
Hoe wordt bepaald wat je doet met je tutees/klas?
PROBLEEMSTELLINGEN
LESOVERZICHT
Hoe komt vernieuwing in taalonderwijs tot stand?
PROBLEEMSTELLINGEN
LESOVERZICHT
Welke opvattingen en toestanden over taalonderwijs liggen achter ons huidige taalonderwijs?
Quiz
2
QUIZ
VRAAG: ACTOREN
Wie bepaalt mee welke leerdoelen je in de (taal)les nastreeft?
Valcke, 2016
QUIZ
ANTWOORD: ACTOREN
Wie bepaalt mee welke leerdoelen je in de (taal)les nastreeft?
- Raad van Europa
- Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
- Onderwijsnetten
- Onderwijskundigen
- Nascholingsaanbieders
- Educatieve uitgeverijen
- Schoolleiding
- Vakgroepen
- Leerkrachten
- Leerlingen
QUIZ
TOELICHTING: ACTOREN
- Raad van Europa --> Europees Referentiekader Talen
- Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming --> Eindtermen en ontwikkelingsdoelen
- Onderwijsnetten --> leerplannen
- Onderwijskundigen --> nieuwe onderwijsideeën
- Nascholingsaanbieder --> leermateriaal
- Educatieve uitgeverijen --> leermateriaal
- Schoolleiding --> pedagogische visie, taalbeleid, schoolwerkplan
- Vakgroepen --> horizontale en verticale leerlijnen
- Leerkrachten --> jaarplan, lesvoorbereiding, lesmateriaal
- Leerlingen --> individueel leertraject
QUIZ
VRAAG: EUROPEES REFERENTIEKADER TALEN
Welke omschrijving is het meest correct?
A – Als een onderwijsinstelling het ERK introduceert, is het ook de bedoeling dat de leermaterialen en toetsen, ontwikkeld door de Raad van Europa, gebruikt worden.
B – Het ERK laat toe het niveau van de basistaalvaardigheid en de evolutie van de taalvaardigheid te verduidelijken. De Raad van Europa wil zo in heel Europa een impact hebben op leerdoelen, lesprogramma’s, leerplanrichtlijnen, examens en leerboeken.
C – Het ERK wordt in heel Europa gebruikt in het vto, maar de uitwerking verschilt van land tot land. In Vlaanderen is het ERK bepalend voor CVO's, basiseducatie en universiteiten.
QUIZ
ANTWOORD: EUROPEES REFERENTIEKADER TALEN
A – Als een onderwijsinstelling ervoor kiest om het ERK te gebruiken, is het ook de bedoeling dat de leermaterialen en toetsen, ontwikkeld door de Raad van Europa, gebruikt worden.
B – Het ERK laat toe het niveau van de basistaalvaardigheid en de evolutie van de taalvaardigheid te verduidelijken. De Raad van Europa wil zo in heel Europa een impact hebben op leerdoelen, lesprogramma’s, leerplanrichtlijnen, examens en leerboeken.
C – Het ERK wordt in heel Europa gebruikt in het vto, maar de uitwerking verschilt van land tot land. In Vlaanderen is het ERK bepalend voor CVO's, basiseducatie en universiteiten.
QUIZ
TOELICHTING: EUROPEES REFERENTIEKADER TALEN
A – Als een onderwijsinstelling ervoor kiest om het ERK te gebruiken, is het ook de bedoeling dat de leermaterialen en toetsen, ontwikkeld door de Raad van Europa, gebruikt worden.
- Gebruik van het ERK ≠ verplicht gebruik van specifieke leer- en hulpmiddelen of (centrale) examens.
- Aanbevelingen en advies om leergangen te kiezen, toetsen/examens op te stellen.
QUIZ
TOELICHTING: EUROPEES REFERENTIEKADER TALEN
B – Het ERK laat toe het niveau van de basistaalvaardigheid en de evolutie van de taalvaardigheid te verduidelijken. De Raad van Europa wil zo in heel Europa een impact hebben op leerdoelen, lesprogramma’s, leerplanrichtlijnen, examens en leerboeken.
- Met ERK wil men taalniveaus in Europa beter kunnen vergelijken.
- Het ERK verschaft een gemeenschappelijke basis voor de uitwerking van leerdoelen, lesprogramma’s, leerplanrichtlijnen, examens, leerboeken en dergelijke in heel Europa.
- Het initiatief kadert in het Europese beleid om meertaligheid in Europa te bevorderen.
QUIZ
C – Het ERK wordt in heel Europa gebruikt in het vto, maar de uitwerking verschilt van land tot land. In Vlaanderen is het ERK bepalend voor CVO's, basiseducatie en universiteiten.
- NL en VL: eindtermen voor vreemde talen in het secundair onderwijs zijn gekoppeld aan het ERK.
- NL: ministerie verantwoordelijk voor de examens Nederlands. Het ERK wordt ook gebruikt in de nieuwe Wet inburgering die in NL sinds 2007 geldt. Verplicht A2-niveau.
- VL: ministerie heeft ERK gedetailleerder uitgewerkt in 4 richtgraden.
- FR: systeem gebruikt in de diploma’s voor de niveaus A1-B2 (DELF) en voor C1-C2 (DALF).
- DT: zelfde niveaus, maar Goethe-instituut heeft eigen examens.
TOELICHTING: EUROPEES REFERENTIEKADER TALEN
QUIZ
VRAAG: LEERDOELEN
Wat kan je als talenleerkracht in de derde graad van het TSO het beste als uitgangspunt nemen om je lessen voor te bereiden?
A - De eindtermen die de overheid bepaald heeft voor de derde graad en het TSO, omdat die uiteindelijk verplicht nagestreefd moeten worden door elke leerkracht.
B – De ontwikkelingsdoelen die de overheid bepaald heeft, want in het TSO werkt men met ontwikkelingsdoelen i.p.v. eindtermen.
C – De leerplannen, omdat die veel concreter en handiger zijn.
D – De handboeken die de vakgroep gekozen heeft, omdat die de eindtermen als uitgangspunt nemen en erover waken dat je als leerkracht alle eindtermen nastreeft.
QUIZ
ANTWOORD: LEERDOELEN
Wat kan je als talenleerkracht in de derde graad van het TSO het beste als uitgangspunt nemen om je lessen voor te bereiden?
A - De eindtermen die de overheid bepaald heeft voor de derde graad en het TSO, omdat die uiteindelijk verplicht nagestreefd moeten worden door elke leerkracht.
B – De ontwikkelingsdoelen die de overheid bepaald heeft, want in het TSO werkt men met ontwikkelingsdoelen i.p.v. eindtermen.
C – De leerplannen, omdat die veel concreter en handiger zijn.
D – De handboeken die de vakgroep gekozen heeft, omdat die de eindtermen als uitgangspunt nemen en erover waken dat je als leerkracht alle eindtermen nastreeft.
QUIZ
TOELICHTING: LEERDOELEN
A - De eindtermen die de overheid bepaald heeft voor de derde graad en het TSO, omdat die uiteindelijk verplicht nagestreefd moeten worden door elke leerkracht.
- Minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarvan de overheid vindt dat leerlingen die op een bepaald ogenblik moeten behalen.
- Voor het secundair onderwijs per graad en onderwijsvorm vastgelegd. Voor lager onderwijs op einde lagere school.
- Hoge abstractiegraad om de invulling door leerplannen mogelijk te maken.
- De school is verplicht aan te tonen dat ze de eindtermen nastreeft.
QUIZ
TOELICHTING: LEERDOELEN
B – De ontwikkelingsdoelen die de overheid bepaald heeft, want in het TSO werkt men met ontwikkelingsdoelen i.p.v. eindtermen.
- Na te streven doelen op schoolniveau.
- Veel flexibeler dan de eindtermen.
- Focussen op het aanbieden van doelen voor leerlingen voor wie de eindtermen niet algemeen haalbaar zijn.
- Kleuteronderwijs en buitengewoon onderwijs werken enkel met ontwikkelingsdoelen.
- B-stroom van de eerste graad secundair onderwijs werkt met ontwikkelingsdoelen.
QUIZ
TOELICHTING: LEERDOELEN
C – De leerplannen, omdat die veel concreter en handiger zijn.
- Verwerken en verhelderen de eindtermen.
- Alle door de overheid erkende scholen zijn verplicht een door de overheid goedgekeurd leerplan te volgen.
- Bevoegdheid van de instellingsbesturen.
- In het basis- en secundair onderwijs ontwikkeld door het GO! en de koepelorganisaties van de onderwijsnetten.
- Kan doelen bevatten die schoolbestuur uitdrukkelijk voor zijn leerlingen formuleert, zowel vanuit het eigen opvoedingsproject als vanuit de eigen visie op het vak.
- Moeten voldoende ruimte bieden voor inbreng van scholen, leraren(teams) en leerlingen.
QUIZ
TOELICHTING: LEERDOELEN
D – De handboeken die de vakgroep gekozen heeft, omdat die de eindtermen als uitgangspunt nemen en erover waken dat je als leerkracht alle eindtermen nastreeft.
- Educatieve uitgevers nemen eindtermen als uitgangspunt.
- In zekere zin geen garantie dat alles gedekt wordt.
- Commercieel aspect speelt een rol.
QUIZ
VRAAG: ONDERWIJSNETTEN EN TAALAANBOD
Je zag de case van Mohamed, die in het zesde jaar wetenschappen zit in het Leonardolyceum in Antwerpen. Wat weet je over de school van Mohamed? Kies het rijtje met de juiste informatie.
A – 5de jaar, gesubsidieerd officieel onderwijs, VOOP, 3de graad, TSO
B – Gemeenschapsonderwijs, GO!, ASO, 5de jaar, 2de graad
C – Koepel katholiek onderwijs, 6de jaar, TSO, Gesubsidieerd vrij onderwijs, 3de graad
D – Officieel gesubsidieerd onderwijs, ASO, 6de jaar, 3de graad, OVSG
QUIZ
ANTWOORD: ONDERWIJSNETTEN EN TAALAANBOD
Je zag de case van Mohamed, die in het zesde jaar wetenschappen zit in het Leonardolyceum in Antwerpen. Wat weet je over de school van Mohamed? Kies het rijtje met de juiste informatie.
A – 5de jaar, gesubsidieerd officieel onderwijs, VOOP, 3de graad, TSO
B – Gemeenschapsonderwijs, GO!, ASO, 5de jaar, 2de graad
C – Koepel katholiek onderwijs, 6de jaar, TSO, Gesubsidieerd vrij onderwijs, 3de graad
D – Officieel gesubsidieerd onderwijs, ASO, 6de jaar, 3de graad, OVSG
QUIZ
TOELICHTING: ONDERWIJSNETTEN EN TAALAANBOD
Je zag de case van Mohamed, die in het zesde jaar wetenschappen zit in het Leonardolyceum in Antwerpen. Wat weet je over de school van Mohamed? Kies het rijtje met de juiste informatie.
- Onderwijsnet: Officieel gesubsidieerd onderwijs
- Onderwijskoepel: OVSG (onderwijs georganiseerd door steden en gemeenten)
- Onderwijsvorm: ASO
- Onderwijsgraad en -jaar: 3de graad, 6de jaar
QUIZ
VRAAG: PERSOONLIJK LEERTRAJECT
Je zag de case van Mohamed, die les volgt in het Leonardolyceum in Antwerpen. Welke van onderstaande zinnen vat de boodschap van de case het beste samen?
A – Een individuele aanpak biedt kansen waar leerlingen anders uit de boot zouden vallen.
B – Een individuele aanpak is vooral nodig in scholen met heel veel leerlingen uit zogenaamde moeilijke buurten.
C – Een individuele aanpak biedt een oplossing voor het vroegtijdig schoolverlaten van leerlingen.
D – Een individuele begeleiding toont aan dat individueel onderwijs ons streefdoel moet zijn.
QUIZ
ANTWOORD: PERSOONLIJK LEERTRAJECT
Je zag de case van Mohamed, die les volgt in het Leonardolyceum in Antwerpen. Welke van onderstaande zinnen vat de boodschap van de case het beste samen?
A – Een individuele aanpak biedt kansen waar leerlingen anders uit de boot zouden vallen.
B – Een individuele aanpak is vooral nodig in scholen met heel veel leerlingen uit zogenaamde moeilijke buurten.
C – Een individuele aanpak biedt een oplossing voor het vroegtijdig schoolverlaten van leerlingen.
D – Een individuele begeleiding toont aan dat individueel onderwijs ons streefdoel moet zijn.
QUIZ
TOELICHTING: PERSOONLIJK LEERTRAJECT
A – Een individuele aanpak biedt kansen waar leerlingen anders uit de boot zouden vallen.
- Individuele aanpak bestaat uit e-learning (extra oefeningen en uitleg), huiswerkbegeleiding en keuze-activiteiten (om te vermijden dat leerlingen op straat rondhangen).
- Uit de boot vallen door omgeving met weinig rolmodellen, afwezigheid door ziekte, demotivatie, ...
- Door opstapmechanismen wil de school oplossing bieden voor watervalsysteem.
- 'Teamwork' is noodzakelijk (overleg, gedeelde visie, positieve mindset, differentiatie, ...)
- Duidelijke pedagogische visie van de school noodzakelijk. (mesoniveau!)
QUIZ
VRAAG: VOETEN
Noem 10 woorden die je kan associëren met het filmpje.
QUIZ
ANTWOORD: VOETEN
Noem 10 woorden die je kan associëren met het filmpje.
- Dikketruiendag
- MOS
- Ambassadeur
- Februari
- Context 4: omgeving en duurzame ontwikkeling
- (Internationale) acties
- Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)
- Verwarming (verlagen)
- Poolijs
- Wedstrijd
QUIZ
TOELICHTING: VOETEN
- Het initiatief heet 'Dikketruiendag'
- MOS staat voor 'Milieuzorg op School' en is een initiatief van het departement LNE. Het ondersteunt scholen die van de school een milieuvriendelijke en duurzame leeromgeving willen maken.
- Frank Deboosere is ambassadeur van Dikketruiendag
- Dikketruiendag vindt elk jaar plaats in februari
- De focus ligt op context 4: omgeving en duurzame ontwikkeling van de VOETEN
- (Internationale) acties worden gestimuleerd om de impact van de acties te vergroten. De organisatie mikt op de voordelen van een 'netwerkmaatschappij'. De focus ligt op eenvoudige maatregelen die op een structurele wijze aangehouden kunnen worden.
QUIZ
TOELICHTING: VOETEN
- Het initiatief wordt georganiseerd door het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)
- Klassiek wordt in de scholen de verwarming enkele graden lager geplaatst
- 'Hou het poolijs koel' was de slogan van Dikketruiendag 2017.
- De slimste, origineelste en meest doeltreffende internationale acties worden via een wedstrijd beloond.
QUIZ
VRAAG: TAALAANBOD
Je mag starten als leerkracht in het OLV Lyceum van Genk. Je geeft er o.a. Duits aan 11 leerlingen die werden samengezet uit de richtingen: 5 Economie-Moderne Talen en 5 Latijn-Moderne Talen.
De meeste leerlingen zijn Nederlandstalig. Drie leerlingen kennen de Duitse taal goed omdat telkens één van hun ouders Duitstalig is. Welke foto geeft het juiste leerplan aan?
QUIZ
VRAAG: TAALAANBOD
A
B
QUIZ
VRAAG: TAALAANBOD
C
D
QUIZ
ANTWOORD: TAALAANBOD
A
QUIZ
TOELICHTING: TAALAANBOD
-
Onderwijsnet: Vrij gesubsidieerd onderwijs
-
Onderwijskoepel: Katholiek Onderwijs Vlaanderen - VVKSO
-
Onderwijsvorm: ASO
-
Onderwijsgraad: 3de graad
-
Studierichting: ECMT en LATMT (pool moderne talen)
-
Uren Duits: 1 uur/week (aanbeveling Katholiek Onderwijs Vlaanderen: 2-2 uur/week in 1ste en 2de jaar van de 3de graad = 4 graaduren (keuze voor bijkomend graaduur aan één van de vreemde talen)
-
Leerplan: D/2016/13.758/007
QUIZ
DE PUNTEN WORDEN GETELD ...
QUIZ
EN DE WINNAARS ZIJN ...
QUIZ
ANDERS KAN OOK, MET ...
QUIZ
LEERMOTIVATIE
3
Terugkoppeling
Op verschillende niveaus hebben actoren (beleidsmakers, onderwijsnetten, schoolleidingen, ...) een impact op hetgeen in de klas geleerd wordt. Allemaal hebben ze eigen functies en belangen inzake de kwaliteit van ons (taal)onderwijs.
Hoe wordt bepaald wat je doet met je tutees/klas?
TERUGKOPPELING
PROBLEEMSTELLING
Hoe komt vernieuwing in taalonderwijs tot stand?
Vernieuwingen in taalonderwijs zijn een ingewikkeld maatschappelijk proces dat je het beste kan zien als een interactie tussen verschillende (f)actoren op verschillende niveaus.
TERUGKOPPELING
PROBLEEMSTELLING
Toegepast
4
Welke stappen zal je zetten om de leerdoelen voor je tutorsessies bepalen?
TOEGEPAST
DE TUTORSTAGE
5
Visies taalonderwijs
BENADERINGEN VAN TAALONDERWIJS
INLEIDING
De maatschappij verandert en daarmee ook de opvattingen over hoe talen geleerd moeten worden.
BENADERINGEN VAN TAALONDERWIJS
INLEIDING
De toestanden en overtuigingen van taalonderwijs vandaag zijn deels een doorzetting van toestanden en opvattingen van gisteren, en deels een reactie hierop.
BENADERINGEN VAN TAALONDERWIJS
INLEIDENDE OPDRACHT
Vorm een groepje van ongeveer 4 studenten.
Je krijgt een aantal fragmenten die komen uit een handboek van het vreemdetalenonderwijs. Bestudeer de fragmenten nauwkeurig en formuleer enkele kenmerken.
BENADERINGEN VAN TAALONDERWIJS
LUISTEROPDRACHT
Je krijgt een schema met enkele categorieën.
Vul tijdens het luisteren het lege structuurschema van de benaderingen van vreemdetaalonderwijs aan met kernwoorden.
5.1 Meer dan honderd jaar ...
grammatica-vertaalmethode
MEER DAN HONDERD JAAR GRAMMATICA-VERTAALMETHODE
Onderwijs in Latijn en Grieks werd als model genomen
--> wetenschappelijke onderbouw
= degelijk en prestigieus, overzichtelijker en doelmatiger voor lkr
Reactie tegen "papegaaien"
Standaardmethode taalonderwijs tot rond 1970
De Duitse taalkundige Johann Valentin Meidinger wordt als grondlegger beschouwd.
BASIS
MEER DAN HONDERD JAAR GRAMMATICA-VERTAALMETHODE
FOCUS
Vaardigheden:
- Sterke focus op lees- en schrijfvaardigheid
- (Populair) wetenschappelijke teksten vertalen
- Over literatuur(geschiedenis) schrijven
- Handelscorrespondentie schrijven
- Spreekvaardigheid enkel in kader van literatuuronderwijs
Literatuur:
- Geschreven teksten van erkende, klassieke schrijvers --> doorgeven van culturele bagage
- Studie van taal en inhoud
MEER DAN HONDERD JAAR GRAMMATICA-VERTAALMETHODE
KENMERKEN
Grammatica:
- expliciet en deductief aangeboden
- Staat los van taalgebruik
- "fundament van de taal"
Woordenschat:
- Tweetalige woordenlijsten ("rijtjesleren")
- Geen samenhang tussen woorden (kwamen toevallig in literaire tekst voor)
- 1 op 1 vertaling
- Geen onderscheid tussen receptieve en productieve benadering
MEER DAN HONDERD JAAR GRAMMATICA-VERTAALMETHODE
ROLLEN
Leerkracht:
- Brontaal als voertaal
- Centrale plaats voor handboek (met leesteksten en woordenlijsten)
- (Morfologische en syntactische) regels uitleggen
- Fouten van leerlingen direct corrigeren
Leerlingen:
- Literaire teksten lezen
- Regels en woorden uit het hoofd leren
- Vertaal- (vaak losse zinnen) en invuloefeningen maken
MEER DAN HONDERD JAAR GRAMMATICA-VERTAALMETHODE
DOEL
Taalanalyse van teksten van klassieke schrijvers:
- Memoriseren (grammaticaregels, woorden)
- Toepassen in vertalingen (zinnen)
MEER DAN HONDERD JAAR GRAMMATICA-VERTAALMETHODE
DOELGROEP
Voor cursisten
- geïnteresseerd in abstracte, analytische benaderingen van taal;
- met ervaring in het leren van een vreemde taal.
Niet voor
- jonge T2-leerders
- klassen met T2-leerders met verschillende moedertaal
MEER DAN HONDERD JAAR GRAMMATICA-VERTAALMETHODE
KRITIEK
- Niet communicatief van aard
- Kunstmatige situaties vs reële situaties
-
Eerder een manier om taal te bestuderen en niet om taal te leren gebruiken.
MEER DAN HONDERD JAAR GRAMMATICA-VERTAALMETHODE
KRITIEK
MEER DAN HONDERD JAAR GRAMMATICA-VERTAALMETHODE
TOEPASSING
Welk handboekfragment is een voorbeeld van de grammatica-vertaalmethode?
5.2 Begin 20ste eeuw ...
de directe methode
BEGIN TWINTIGSTE EEUW: DIRECTE METHODE
Reactie tegen dominante grammatica-vertaalmethode
Synoniem: "natuurlijke methode": imitatie L1 verwerving
Cf. methode van Berlitz-scholen
Vooral ontstaan en uitgebouwd in Duitsland
en Frankrijk
BASIS
BEGIN TWINTIGSTE EEUW: DIRECTE METHODE
BASIS
BEGIN TWINTIGSTE EEUW: DIRECTE METHODE
Vaardigheden:
- Sterke focus op luisteren en spreken (veelal vraag-antwoord-segmenties)
- Deelvaardigheid: uitspraak
FOCUS
BEGIN TWINTIGSTE EEUW: DIRECTE METHODE
Grammatica:
- eerder (geleid) inductief aangeboden zoals in L1
- Bijv. eentalige oefeningen, voorbeeldzinnen van waaruit nagedacht wordt over de regel
==> Aandacht voor taalsysteem is beduidend minder groot
KENMERKEN
BEGIN TWINTIGSTE EEUW: DIRECTE METHODE
Leerkracht:
- Moedertaalgebruiker in de doeltaal
- Gebruikt enkel doeltaal!
- Biedt mondelinge oefeningen met focus op uitspraak
- Veelal eentalige oefeningen
Leerlingen:
- (Intensieve) onderdompeling in de doeltaal
- Moet veel spreken
ROLLEN
BEGIN TWINTIGSTE EEUW: DIRECTE METHODE
- L1-verwerving ≠ L2-verwerving
- Onrealistisch in "normale" schoolcontext:
- Onvoldoende leerkrachten voor alle doeltalen
- Intensiviteit vs grote klasgroepen
KRITIEK
BEGIN TWINTIGSTE EEUW: DIRECTE METHODE
TOEPASSING
Welk handboekfragment is een voorbeeld van de directe methode?
5.3 De jaren zeventig ...
de audiolinguale methode
JAREN ZEVENTIG: AUDIOLINGUALE METHODE
VOORBEELD
Wat valt je op m.b.t. het aanleren van een taal?
JAREN ZEVENTIG: AUDIOLINGUALE METHODE
- Reactie tegen dominante grammatica-vertaalmethode
- Sluit aan bij de opvattingen van de directe methode
-
Steunt op het werk van de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomsfield.
-
Bekend om zijn sterke impact op het T2-onderwijs (m.b.t. mondelinge vaardigheden)
Sterk beïnvloed door aannames structurele taalwetenschappen (cf. Saussure): taal is een systeem
- Taalonderdelen = building blocks
- Alle onderdelen zijn structureel met elkaar verbonden (van het fonologische t.e.m. het syntactische niveau)
BASIS
JAREN ZEVENTIG: AUDIOLINGUALE METHODE
Eveneens sterke invloed van behaviorisme (cf. Leerlijn pedagogiek en didactiek): taal leren = zich een aantal gewoonten eigen maken
- Uitgangspunt: alle gedrag wordt aangeleerd door herhaling
- Taal als vorm van gedrag (verbaal gedrag) of uitdrukking van een aantal gewoonten --> rol van conditionering
- Structuur: stimulus --> respons --> automatisering
BASIS
JAREN ZEVENTIG: AUDIOLINGUALE METHODE
FOCUS EN KENMERKEN
Vaardigheden:
- Luisteren en spreken; aspecten van gesproken taal (bijv. uitspraak)
Grammatica:
- Grote focus op grammaticale basis
- Grammaticale structuren worden "ingeslepen" m.b.v. mondelinge structuuroefeningen ("pattern drills", driloefeningen) (cf. behaviorisme)
- Toepassingsoefeningen
Woordenschat:
- Praktische woorden die toevallig voorkomen in de oefeningen
JAREN ZEVENTIG: AUDIOLINGUALE METHODE
ROLLEN
Leerkracht:
- Niet noodzakelijk moedertaalspreker doeltaal
- Gebruikt vooral doeltaal
- Audio-visueel materiaal en talenpracticum
- Mondelinge oefeningen aanbieden en begeleiden
- Geeft specifieke instructies
- Dril-, invul-, omvorm- en vervangoefeningen
Leerlingen:
- Patronen inoefenen: veelvuldig mondeling herhalen en aanvullen van voorgezegde zinnen
JAREN ZEVENTIG: AUDIOLINGUALE METHODE
DOEL
- Praktische beheersing van de taal in alledaagse situaties
- De doeltaal snel goed leren verstaan en leren spreken
JAREN ZEVENTIG: AUDIOLINGUALE METHODE
KRITIEK
- Kunstmatig en mechanisch (imiteren vs communiceren)
- Structuuroefeningen zijn weinig motiverend
- Meer aandacht voor vorm dan inhoud (bijv. inzicht grammatica)
- Maakt leerlingen niet noodzakelijk spreekvaardiger
JAREN ZEVENTIG: AUDIOLINGUALE METHODE
VOORBEELD
JAREN ZEVENTIG: AUDIOLINGUALE METHODE
TOEPASSING
Welk handboekfragment is een voorbeeld van de audiolinguale benadering?
5.4 Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig ... de communicatieve aanpak
VANAF TWEEDE HELFT JAREN TACHTIG: COMMUNICATIEVE AANPAK
Context: ontwikkeling sociolinguïstiek
Centrale idee: boodschap moet begrepen worden (lezen) of overkomen (schrijven)
BASIS
VANAF TWEEDE HELFT JAREN TACHTIG: COMMUNICATIEVE AANPAK
- Accentverschuiving: van taalvorm naar taalfunctie
- Uitgangspunt: communicatieve intentie
FOCUS
KENMERKEN
- Een leerder leert het taalsysteem (grammatica, morfologie en syntaxis) beheersen door op een zo natuurlijk mogelijke manier in die taal te communiceren.
- Grammatica wordt impliciet geleerd
- Sterke aansluiting bij reële taalgebruikssituaties
VANAF TWEEDE HELFT JAREN TACHTIG: COMMUNICATIEVE AANPAK
Leerkracht:
- vertrekt van persoonlijke ervaringen en noden lln
- gebruikt authentieke, begrijpelijke/toegankelijke teksten
- gebruikt doeltaal niet (noodzakelijk) als voertaal
Leerlingen:
- van "teacher centered" naar "learner centered"
- verwerft op impliciete manier inzicht in grammatica, ...
ROLLEN
VANAF TWEEDE HELFT JAREN TACHTIG: COMMUNICATIEVE AANPAK
- Geen echte, praktisch bruikbare gespreksvaardigheidsdidactiek
- Hoge eisen inzake inlevingsvermogen en fantasie
- Vaak te snel een focus op productieve vaardigheden (schrijven en spreken), zonder eerst de receptieve basis te leggen (lezen en luisteren).
KRITIEK
VANAF TWEEDE HELFT JAREN TACHTIG: COMMUNICATIEVE AANPAK
TOEPASSING
De virtuele omgeving in deze video biedt contextrijke rollenspellen aan. Zo oefenen gebruikers gesprekken. Dit inburgeringsprogramma gebruik van praktijksituaties om essentiële kennis over te dragen.
VANAF TWEEDE HELFT JAREN TACHTIG: COMMUNICATIEVE AANPAK
TOEPASSING
In deze video toont Annemie hoe je in een NT2-klas authentieke documenten kan gebruiken en de cursisten zoveel mogelijk zelf aan het woord te laten.
VANAF TWEEDE HELFT JAREN TACHTIG: COMMUNICATIEVE AANPAK
TOEPASSING
Welk handboekfragment is een voorbeeld van de communicatieve aanpak?
Terugkoppeling
6
TERUGKOPPELING NAAR PROBLEEMSTELLING
Welke opvattingen en toestanden over taalonderwijs liggen achter ons huidige taalonderwijs?
TERUGKOPPELING NAAR PROBLEEMSTELLING
TERUGKOPPELING NAAR PROBLEEMSTELLING
Continue slingerbeweging tussen expliciete grammatica-instructie en impliciete taalverwerving
TERUGKOPPELING NAAR PROBLEEMSTELLING
Wat is nu de beste benadering/methode?
De schijf van vijf (Westhoff, 2008)
Taalgericht VakOnderwijs
TERUGKOPPELING NAAR PROBLEEMSTELLING
De schijf van vijf (Westhoff, 2008)
De ingrediënten van een gezonde, smaakvolle taalles
Taalgericht VakOnderwijs
Toepassing
7
TOEPASSING OP TUTORSTAGE
Pas de schijf van vijf toe op je eigen tutorstage. Leg waar nodig linken met de voorgaande benaderingen en het taalgericht vakonderwijs.
De schijf van vijf (Westhoff, 2008)
Vragen
Mededelingen
Module 2: leerlijn vakdidactiek talen
By idlovub
Module 2: leerlijn vakdidactiek talen
11 oktober 2017 (week 4)
- 1,971